Frederik Florian Skarbek (graaf), een verdienstelijk Poolsch dichter en schrijver, geboren te Thorn den 15den Februarij 1792, studeerde eerst te Warschau en toen te Parijs, waar hij zich vooral op de staatswetenschappen toelegde. Na zijn terugkeer in Polen in 1812 wijdde hij zich aan het beheer zijner goederen zonder zijne wetenschappelijke studiën te laten varen. In 1818 werd hij hoogleeraar in de staathuishoudkunde aan de universiteit te Warschau en tevens aan de school voor boschcultuur. Hij schreef: „Staatswirtschaft (1820-1821, 4 dln)”, gevolgd door „Grundrisz der Finanzwissenschaften (1824)”, — „Grundzüge der Nationalwirtschaft”, — en „Théorie des richesses sociales (1829)”.
Voorts maakte hij zich verdienstelijk door verbetering der armenbedeeling en der gevangenissen in Polen, waarop hij in 1830 door den Keizer naar Petersburg ontboden werd, om een onderzoek in te stellen naar de hospitalen aldaar. Hij ontving er eene benoeming tot staatsraad, kamerheer en lid van het Voorloopig Bewind en keerde toen naar Polen terug. Na het mislukken der Poolsche revolutie van 1831 werd hij lid der regéringscommissie en der hoofdcommissie voor de instellingen van weldadigheid. Onder zijn bestuur ontstonden uitstekende gevangenissen, verbeteringen werkhuizen, een instituut voor verwaarloosde kinderen enz. in Polen. In 1844 werd hij voorzitter van laatstgenoemde commissie, en hij verwierf tevens als dichter, novellist en romanschrijver een goeden naam, terwijl van zijne historische werken inzonderheid eene „Geschiedenis van het groothertogdom Warschau (1860, 2 dln)” vermelding verdient.