Skalden of dichters noemde men in het Noorden de zoodanigen, die in de gebruikelijke vormen gedichten, vooral lofdichten, vervaardigden.
Starkadh de Oude wordt voor den oudsten skalde uit het mythische tijdperk gehouden. Tot de vermaardste skalden behooren: Thjodolf, de dichter van de „Ynglingatal”en Thornbjörn, de zanger van de „Haraldsmal” die beiden tegen het einde der 9e eeuw aan het Hof van Harald de Schoonharige verkeerden.
Voorts vermeldt men uit de 10de eeuw den Noorweger Eyvind, die de beroemde „Hakonar mal” dichtte, en den IJslander Egil, den maker van de „Egil-saga”. Ook worden Hallfredh, Gunlauch, Glum, Eyolf enz. als skalden geprezen, en de laatste van hen was Sturla, overleden in 1284.