Sieveking (Karl), een verdienstelijk burger der stad Hamburg, aldaar geboren den lsten November 1787, studeerde te Heidelberg en te Göttingen en vestigde zich in 1812 als privaatdocent in laatstgenoemde académiestad. Zijne aldaar gehouden voorlezingen: „Geschichte von Florenz” en „Geschichte der platonischen Akademie zu Florenz” werden vervolgens in het licht gegeven. In Maart 1813 keerde hij naar Hamburg terug en werd er majoor der schutterij, terwijl hij voorts eene zending naar Bernadotte op zich nam. Na den val van Hamburg behoorde hij tot het Directorium der Hanse-steden, en na den eersten Vrede van Parijs begaf hij zich naar Frankrijks hoofdstad, om de geroofde gelden der bank van Hamburg op te vragen.
Toen hij in den aanvang van 1815 naar Berlijn terugkeerde, om zich aan de wetenschap te wijden, werd hij naar zijne geboortestad geroepen, om in het hoofdkwartier van Wellington de Hanseatische troepen te vertegenwoordigen. Hij nam daarop deel aan den tweeden intogt der Geallieerden in Parijs. In November 1819 werd hij van wege Hamburg minister-resident te Petersburg en in 1821 syndicus zijner geboortestad, en ging in 1827 naar Rio de Janeiro om er een handelsverdrag te sluiten. Vele jaren was hij afgevaardigde van de Hanse-steden naar de Bondsvergadering. In 1841 droeg hij het plan voor van een Duitsch scheepvaartverbond, in verband met een genootschap tot bevordering der landverhuizing, doch de uitvoering van een en ander werd door den grooten brand van Hamburg belet. Sieveking stond door zijn ambt in betrekking met de uitstekendste staatslieden van Europa en bezocht verschillende Hoven. Op een door hem afgestaan stuk grond werd in 1833 het Rauhe Haus gesticht. Deze verdienstelijke burger, die tot den bloei en de welvaart van Hamburg niet weinig heeft bijgedragen, overleed op den 30sten Junij 1847.