Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Sieyès

betekenis & definitie

Sieyès (Emanuël Joseph), een verdienstelijk staatsman uit den tijd der Fransche Revolutie en geboren te Fréjus den 3den Mei 1748, ontving zijne opleiding aan het seminarium van St. Sulpice, werd kanunnik in Bretagne, voorts vicaris-generaal van den bisschop van Chartres en daarna lid der Chambre Supérieure van den Franschen clerus, en woonde als afgevaardigde van den geestelijken stand in 1784 de vergadering der Provinciale Staten te Orleans bij. Hij gaf wijders verschillende brochures in het licht, zooals: „Essai sur les privilèges”, — „Qu’est-ee que le tiers-état?” enz., die een grooten invloed hadden op het volk. Hij werd door Parijs afgevaardigd naar de Nationale Vergadering en was er zeer gezien, hoewel hij zich als redenaar niet door groote gaven onderscheidde.

Hij ijverde voor eene vereeniging der drie standen en droeg den vermaarden eed voor, door alle afgevaardigden op één na den 20sten Junij 1789 gezworen, dat zij niet zouden uiteengaan vóórdat Frankrijk eene constitutie bezat. Zijn geschrift: „Reconnaissance et exposition des droits de l’homme et du citoyen (1789)” was de voorlooper van de verklaring der regten van den mensch. Ook was hij onvermoeid werkzaam voor eene hervorming van de regtspraak en van het bestuur, alsmede voor de verdeeling van Frankrijk in departementen. Het aanbod, om constitutioneel bisschop van Parijs te worden, wees hij van de hand. Hij werd gekozen tot lid der Nationale Conventie en stemde vóór den dood des Konings. Gedurende de dagen van het Schrikbewind bleef hij lijdelijk, doch weigerde mede te werken tot de constitutie van het jaar III en werd evenmin lid van het Directoire. Daarentegen nam hij zitting in den Raad van Vijfhonderd. De abbé Poulle poogde hem door sluipmoord om te brengen, maar Sieyès werd slechts gewond aan de hand en aan de borst.

In 1798 vertrok hij als gevolmagtigd minister naar Berlijn en onderscheidde er zich door zijne diplomatieke bekwaamheid. Na zijn terugkeer (1799) werd hij lid van het Directoire, ondersteunde Bonaparte bij den staatsstreek van 18 Brumaire, en ontwierp daarop de nieuwe grondwet. Met Napoleon en Roger Ducos werd hij nu tot het consulschap geroepen, maar legde weldra zijn ambt neder. Voorts werd hij door den Eersten Consul tot lid van den Senaat benoemd en ontving later van Napoleon I het voordeelige staatsdomein Crosne. Wijders erlangde hij den titel van graaf en was gedurende korten tijd voorzitter van den Senaat. Daar hij gedurende de Honderd Dagen lid werd van de Kamer der Pairs, zag hij zich na de Restauratie als koningsmoorder verbannen. Nu begaf hij zich naar Brussel en keerde eerst na de revolutie van 1830 naar Parijs terug, waar hij lid der Académie werd en den 20sten Junij 1836 overleed.

< >