Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Senkowski

betekenis & definitie

Ossip Iwanowitsj Senkowski, een verdienstelijk Russisch schrijver en een grondig beoefenaar der Oostersche talen, geboren nabij Wilna den 31sten Maart 1800, volbragt in 1819-1821 eene reis door Turkije, Klein-Azië, den Griekschen Archipel, Syrië, Egypte en Nubië en was vervolgens werkzaam bij de Russische zending te Constantinopel. Nadat hij in 1821 bij het Aziatische departement te Petersburg was geplaatst, werd hij in 1822 hoogleeraar in de Oostersche talen aan de universiteit te Wilna en kort daarop aan die te Petersburg. In 1847 ontving hij een eervol emeritaat, en overleed den 16den Maart 1858.

Hij schreef o. a.: „Collectanea (1824-1825, 2 dln)”, — „Supplément à l’histoire des Huns, des Turcs et des Mongols (1824)”, — en „Lettre de Tutundju-Oglu-Mustafa-Aga (1828)”. Voorts leverde hij reisverhalen in tijdschriften, benevens eene verzameling van novellen en satyrische opstellen (nieuwe druk 1840, 3 dln), alsmede talrijke artikels in de door hem bezorgde uitgave van de Russische Encyclopaedie. Wijders vermelden wij van hem de romans: „De val van het rijk Sjirwan (1842)”, — en „De volmaakte vrouw (1845)”, terwijl hij het tijdschrift: „De leesbibliotheek” redigeerde en later medewerker was van „De zoon des vaderlands”, waarin hij tegen de talrijk in Rusland heerschende misbruiken te velde trok.

< >