Schultes (Joseph August), een verdienstelijk kruidkundige, geboren te Weenen den 13den April 1773, studeerde aldaar en bragt het door zijne kruidkundige nasporingen zoover, dat hij reeds in 1794: „Oestreichs Flora. Ein Handbuch auf botanischen Excursionen (2 dln; in 1800 en 1814 herdrukt)” in het licht kon zenden. Daarna begaf hij zich naar Zwitserland, bezocht eenige Duitsche Hoogescholen, vestigde zich als geneesheer te Weenen en werd in 1797 hoogleeraar in de natuurlijke historie.
Later was hij als zoodanig werkzaam te Krakau, Innsbruck, Landshut en München. Hij verzamelde eene groote menigte plantensoorten, maar had met vele moeijelijkheden en rampen te worstelen, zoodat hij eindelijk tot zwaarmoedigheid verviel en den 2lsten April 1831 overleed. Hij schreef o. a. „Ueber Reisen im Vaterlande zur Aufnahme der vaterländischen Naturgeschichte (1799)”, — „Versuch eines Handbuches der Naturgeschichte des Menschen, nebst einer Allgemeinen Einleitung in die Naturgeschichte des Thierreiches (1799)”, — „Ausflüge nach dem Schneeberge in Unteröstreich, mit beigefügter Fauna und Flora der südwestlichen Gegend um Wien (1802)”, — „Reise auf den Glöckner (1804 , 4 dln)”, — „Baierns Flora (1811)”,— „Grundriss einer Geschichte und Literatur der Botanik (1817)”, — en „Systema vegetabilium (1817—1830, 7 dln, onvoltooid)”.— Ook zijn zoon Julius Hermann, geboren te Weenen den 4den Januarij 1805, was een verdienstelijk kruidkundige, die op den lsten September 1840 in den bloei des levens overleed.
