Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Schroef

betekenis & definitie

Schroef (De) kan beschouwd worden als een hellend vlak, om een cylinder gewonden. Dit blijkt, wanneer men de windingen voorstelt als afgewonden, zooals in fig. 1 is afgebeeld. Hier komen de punten a b c d e f overeen met de punten a' b' c' d' e' f', en wij zien, dat door eerstgemelde met de tusschenliggende punten het hellend vlak a f gevormd wordt. De wetten van het hellend vlak zijn dus van toepassing op de schroef.

De schroefdraad kan driehoekig of vierkant zijn, dus scherp of plat (fig. 2 en 3), en bij elke schroef behoort eene moer, wier schroefdraden met die der schroef overeenkomen, maar in zoodanige orde, dat de verhevenheden van de schroef bij de moer holten zijn, en omgekeerd (fig. 4). De schroef kan dienen om zware lasten op te heffen of voort te stuwen, maar vooral om eene aanzienlijke persing voort te brengen, voorts om zeer kleine bewegingen te veroorzaken (micrometerschroef). Immers waar een geheele schroefgang een voorwerp bijv. een Ned. streep opheft, daar bedraagt die opheffing voor 1/10de van den schroefgang ook slechts 110de van eene Ned. streep. Merkwaardig is de schroef van Archimedes, eene schroefvormige buis, door wier omwenteling men water kan oppompen, alsmede de schroef zonder eind, welke door ingrijping in een tandrad dit laatste doet omdraaijen, terwijl wij eindelijk de schroef vermelden, onder den achtersteven van stoombooten aangebragt. Deze, uit een paar schroefbladen bestaande, ontvangt door stoom eene omwentelende beweging, steunt op den tegenstand van het water en geeft aan het schip eene vooruitgaande beweging.

< >