Schrader. Onder dezen naam vermelden wij:
Heinrich Adolf Schrader, een verdienstelijk kruidkundige, geboren te Alfeld bij Hildesheim den 1sten Januarij 1767. Hij studeerde in de geneeskunde en werd in 1797 Vorstbisschoppelijk medicinaalraad te Hildesheim, in 1802 hoogleeraar aan de universiteit te Göttingen, en overleed aldaar den 21sten October 1836. Tot zijne belangrijkste geschriften behooren: „Specilegium florae germanicae (1725)”, — „Sertum Hannoveranum (1795 —1798)”, — „Systematische Sammlung kryptogamischer Gewächse (1796—1797)”, — „Nova genera plantarum (1797)”, — „Flora germanica (1806—1865, 2 dln)”, — „Hortus Goettingensis (1809—1812, 2 dln)”, — en „Monographia generis Verbasci (1813—1823, 5 dln)”.
Julius Schräder, een verdienstelijk historieschilder, geboren te Berlijn den 16den Junij 1815. Hij bezocht de schilder academiën te Berlijn en te Düsseldorf, verwierf grooten roem door zijn stuk: „Poging tot vergiftiging op keizer Frederik II” en begaf zich vervolgens naar Italië. Na zijn terugkeer te Berlijn leverde hij onderscheidene voortreffelijke doeken, die zich vooral onderscheiden door een heerlijk coloriet, zooals: „De overgave van Calais”, — „Wallenstein en Seni”, — „De dochter van Jephtha”, — „De dood van Leonardo da Vinci”, — „Esther voor Ahasverus”, — „De slaapwandelende lady Macbeth”, — „Het afscheid van Oldenbarneveldt”, enz. Hij is professor aan de schilderacadémie te Berlijn en lid der Académie te Weenen.