Savage (Richard), een Engelsch dichter, geboren te Londen den 10den Januarij 1697, vermaard wegens zijn treurig lot en losbandig leven, was de onwettige zoon van de gravin Macclesfield en van lord Rivers. Hij werd door eerstgenoemde aan eene behoeftige voedster toevertrouwd, voor wier zoon hij doorging, kwam in de leer bij een schoenmaker en vernam eerst na den dood dezer pleegmoeder het geheim van zijne geboorte. Te vergeefs smeekte bij de gravin, hem als zoon te erkennen; haar af keer van het pand harer misdadige minnerij ging zoo ver, dat zij pogingen aanwendde, het toekennen van de gratie des Konings te verhinderen, toen haar zoon zich in dronkenschap aan een moord had schuldig gemaakt en deswege ter dood veroordeeld was. Hij werd voorts wegens schulden gegijzeld en overleed in de gevangenis den sten Augustus 1743.
Als dichter onderscheidde hij zich door eene schitterende verbeelding, rijkdom van denkbeelden en oorspronkelijkheid, zooals bovenal blijkt uit zijne gedichten: „The wanderer” en „The bastard”. Dit laatste, waarin hij op eene indrukwekkende wijze de geschiedenis van zijne geboorte en zijne verdere lotgevallen verhaalt, wekte eene ongemeene opschudding, zoodat het in korten tijd in duizende exemplaren over geheel Engeland was verspreid. Zijne werken, met eene voortreffelijke levensbeschrijving van den dichter door Johnson, verschenen in 1776 in 2 deelen. Die levensgeschiedenis werd door Gutzkow behandeld in een treurspel.
