Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Satyr

betekenis & definitie

Satyr of sater is in de Grieksche fabelleer de naam van daemonische medgezellen van Dionysus (Bacchus), volgens sommigen de zonen van Hermes (Mercurius) en Iphthime of van den satyr Silenus. Zij worden voorgesteld als ruwe, woeste klanten met borstelig haar, een stompen, opgewipten neus, lange ooren en een geiten- of kleinen paardenstaart. Als vrienden van overmatig wijngenot hebben zij een bokaal of een thyrsus in de hand; ook ziet men hen voorgesteld als fluitspelers of als dansende met nymfen, hoewel steeds als gedrochtelijke, den menschen vijandige wezens. — Van de Satyrs is de naam afkomstig van het Attische satyrdrama, eene klucht, waarbij het tooneel steeds een boschrijk landschap voorstelde, waar rondspringende satyrs den lachlust van het publiek zochten op te wekken.

Het werd vertoond na het ernstige treurspel, om de aanwezigen ten slotte met opgeruimde gewaarwordingen te vervullen. Slechts één satyrdrama, de „Cyclops” van Eurípides, is in zijn geheel bewaard gebleven; van andere bezitten wij slechts fragmenten.