Sarpi (Paolo), een verdienstelijk Italiaansch geschiedschrijver, geboren te Venetië den 12den Augustus 1552, trad in de Orde der Servieten, vertrok op 26-jarigen leeftijd als provinciaal der Orde naar Rome en werd er later generaal-procurator. Hij werd bij de Inquisitie beschuldigd van geheime verstandhouding met de Ketters, en dit verhinderde zijne verdere bevordering. Eindelijk koos de Venetiaansche Republiek hem in haren strijd tegen paus Paulus V tot haren theoloog en raadsman, en hij verdedigde de vrijheid der wereldlijke regéring tegenover het gezag van den Paus op zoo beslissenden toon en met zooveel moed, dat hij door den Paus in den ban werd gedaan. Herhaalde aanslagen op zijn leven noodzaakten hem, zich te Venetië in een klooster te begeven, waar hij den 2den Januarij 1622 overleed.
Hij behoorde tot de verlichtste R. Katholieken van zijn tijd, bestreed met een verschrokkene volharding de aanmatiging van den Paus, het blinde geloof en het Jezuïetismus en koesterde in vele opzigten Protestantsche gevoelens. Zijne kennis strekte zich uit over alle deelen der menschelijke wetenschap. zijn voornaamste geschrift is de „Istoria del concilio Tridentino (1619; latere druk 1858, 4 dln)”, waarin hij aanwijst, dat de hereeniging der Protestanten met de R. Katholieke Kerk alleen door de intrigues en den hoogmoed van den Heiligen Stoel verhinderd werd. Eene uitgave zijner gezamenlijke werken verscheen te Napels in 1789—1790 in 24 deelen.