Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Saône

betekenis & definitie

Saône (De), in de dagen der Oudheid Arar, later Saucona en toen Saona geheeten, eene rivier in Frankrijk, ontspringt bij Viomenil in het departement Vosges op de Monts Faucilles, vloeit met sterke kronkelingen meestal in zuidzuidwestelijke rigting door de departementen Haute Saône en Côte d'Or, vormt daarna de grenzen tusschen de departementen Ain en Rhône en ontlast zich na een loop van 455 Ned. mijl, van welke 365 bevaarbaar zijn, bij Lyon in de Rhône. Hare belangrijkste zijrivieren zijn op den regter oever de Salon, de Vingeanne, de Tille, de Ouche en de Grosne, en op den linker oever de Coney, de Lanterne, de Durgeon, de Oignon, de Doubs, de Seille en de Reyssouze. Zij wordt bij Port sur Saône voor kleine vaartuigen en bij Châlons voor stoombooten bevaarbaar en is door het Canal du Centre met de Loire en door het Rhône-Rijnkanaal met de Seine en de Rijn verbonden. Twee departementen zijn naar deze rivier genoemd, te weten:

Het departement Haute-Saône, gevormd uit het noordelijk gedeelte van Franche Comté. Het grenst aan de departementen Vosges, Haut Rhin, Doubs, Jura, Côte d’Or en Haute Marne en telt op nagenoeg 971/2 geogr. mijl ruim 304000 inwoners (1876), onder welke zich omstreeks 9000 Protestanten bevinden. Het land is bergachtig; het heeft vruchtbare dalen en fraaije wouden en wordt door onderscheidene rivieren besproeid, van welke de Saône, de Oignon, de Lanterne, de Durgeon en de Salon de voornaamste zijn. Het klimaat is er zeer onbestendig, vooral in het voorjaar. De belangrijkste voortbrengselen zijn er: graan, aardappelen, peulvruchten, hennep, koolzaad, suikerwortels en tabak, terwijl er ook de veeteelt bloeit en de bodem er ijzer, koper, lood, zwavel, marmer, albast, steenkolen, zout en turf oplevert.

Ook zijn er minerale bronnen, van welke die van Luxeuil vermelding verdienen. De voornaamste bedrijven zijn er: de land-, wijn- en ooftbouw en de veeteelt. Voor ’t overige bepaalt er zich de nijverheid vooral tot ijzersmelterij, glasblazerij, papiermakerij, pottebakkerij, zeepziederij, suikerbereiding, katoenweverij, looijerij en bierbrouwerij. Er wordt een levendige handel gedreven in voortbrengselen van den landbouw. Men heeft er 1 lycéum, 3 collèges en 1037 scholen van lager onderwijs, en onderscheidene spoorwegen doorsnijden de 3 arrondissementen van dit departement, hetwelk Vesoul tot hoofdstad heeft.

Het departement Saône-et-Loire, gevormd uit het zuidwestelijk gedeelte van Bourgondië, namelijk: uit de landschappen Charolais, Mâconnais, Autunois en Châlonnais. Het is omgeven door de departementen Côte d’Or, Jura, Ain, Rhône et Loire, Allier en Nièvre en telt op 156 geogr. mijl ruim 614000 inwoners (1876). Wegens het gebergte van Charolais, zich verheffend ter hoogte van 760 Ned. el, is het land bergachtig, heuvelig en hier en daar steenachtig, maar het is meerendeels zeer vruchtbaar en wordt door de Saône, Loire, Doubs, Arroux, Seille, Grosne, Arconce enz. besproeid, terwijl men er ook eenige kleine meren aantreft. Men verbouwt er graan, vooral veel tarwe, maïs, gierst, aardappelen, peulvruchten, vlas, koolzaad, suikerwortels, wijn enz., en de mijnen leveren er steenkolen, ijzererts en onderscheidene edelgesteenten. Ook zijn er minerale bronnen te Bourbon-Lancy. Onder de bewoners onderscheiden zich de Chizerots, in het zuidoosten van dit departement gevestigd, door hunne eigenaardige taal en zeden.

Het hoofdbedrijf is er de landbouw met de veeteelt. Voorts heeft men er: vele ijzersmelterijen, machinenfabrieken, papiermolens, zeepziederijen, katoenweverijen enz., en de handel in landbouwproducten en wijn is er van veel belang. Men vindt er 1 lycéum, 4 collèges, 5 bijzondere scholen van middelbaar onderwijs en 1032 lagere scholen. Het departement vervalt in 5 arrondissementen en is van onderscheidene spoorwegen en van het Canal du Centre doorsneden. De hoofdstad is Mâcon.

< >