Sambucus L. (vlier) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Caprifoliaceën. Het omvat kruiden, heesters en boomen met een sterk ontwikkeld merg, gevinde bladeren, zamengestelde platte tuilen of digt opeen gepakte aren en eene saprijke steenvrucht met 3 éénzadige steenen. De gewone vlier (S. nigra L.) is een algemeen verspreide heester of kleine boom met groote bladeren met 5—7 vinblaadjes, sterk riekende bloemtuilen en zwarte bessen. Deze plant groeit in Europa, in Noord- en Midden-Azië tot in Japan en in het Himalaya-gebergte.
Hare bloemen worden als zweetdrijvend middel voorgeschreven, en de met donker sap gevulde bessen met een zoetachtig zuren smaak dienen tot het bereiden van vlierstroop (Rob Sambuci), dat ook tot geneesmiddel dient, alsmede tot het kleuren van portwijn enz. Haar hout is fijn, geelachtig wit en hard en levert aan de draaibank en aan de meubelmakerij eene goede grondstof, terwijl het merg tot het maken van vlierpitballetjes gebezigd wordt. Voorts heeft men S. Ebulus L., een kruidachtigen heester ter hoogte van 1 Ned. el, — en S. racemosa L., die eene hoogte bereikt van 3 Ned. el. Deze laatste soort vindt men in zuidelijk en MiddenEuropa en Azië; zij draagt gele, digte pluimen en scharlakenroode bessen.