Samarkand, een gebied in Russisch Toerkistan, in 1874 ontstaan uit het in 1868 gevormde district Serafsjan, telt ruim 420000 inwoners en grenst in het zuiden aan Bokhara, in het zuidoosten aan Karategin en voor ’t overige aan Rusland. Het bestaat voor een groot gedeelte uit eene bergstreek, wier voornaamste keten (Karatsjetaoe) toppen draagt van 4800 Ned. el hoog, — voor een ander gedeelte uit eene zeer vruchtbare vlakte, waar eene digte bevolking — 7000 op de ☐ geogr. mijl — zich op een mildbesproeiden bodem aan den landbouw wijdt, en voor ’t overige uit eene zandige steppe. De voornaamste rivier is er de Serafsjan en het belangrijkst uitvoerartikel zijde. — De evenzoo genoemde hoofdstad ligt ter hoogte van 370 Ned. el boven de oppervlakte der zee in een zacht klimaat en 6 Ned. mijl ten zuiden van bovengenoemde rivier op heuvelen, die zich aan den voet van den Sjehri Seb verheffen, telt 30000 inwoners en maakt van verre met hare koepelvormige gebouwen een aangenamen indruk, die evenwel verdwijnt zoodra men de naauwe straten betreedt.
De voornaamste gebouwen zijn er eenige medrezzen (hoogescholen), wier leeraren bij de Mohammedanen nog altijd vermaard zijn wegens hunne kennis van de godsdienst en van de geneeskunde, — voorts het graf van Timoer, de praalgraven van eenige heiligen, enkele moskeeën en de citadel. In Mei 1868 namen de Kussen de stad in bezit, herschiepen de eitadél in eene vesting, deden naast de Oostersche stad eene Russische verrijzen en stichtten er eene school.