Salmasius (Claudius), eigenlijk Claude de Salmaise, een beroemd geleerde der 17de eeuw, werd geboren den 15den April 1588 te Sémur en Auxois en studeerde te Parijs en te Heidelberg in de wijsbegeerte, in de regten en daarna vooral in de letteren, waartoe hij vooral aanleiding vond in zijne briefwisseling met Scaliger, Casaubomis enz. Na zijn terugkeer in het vaderland trad hij in het huwelijk met eene dochter van Mercier en leidde een aangenaam en onbezorgd leven, door de beoefening der letteren gekruid. Nadat hij menig schitterend aanbod der Italiaansche universiteiten had van de hand gewezen, gaf hij in 1631 gehoor aan een beroep naar de hoogeschool te Leiden. De heerschzucht van zijne wederhelft en de gedurige, niet zeer malsche godgeleerde en staatkundige twisten met geleerde tegenstanders verbitterden echter zijne dagen.
Ook werkte het Nederlandsch klimaat nadeelig op zijne gezondheid, zoodat hij na een langdurig vertoef in Frankrijk, waar men hem gaarne wilde behouden, in 1650 gehoor gaf aan eene uitnoodiging van Christina, koningin van Zweden, waartoe hij in Nederland verlof erlangde. Doch de Zweedsche lucht werkte ook niet gunstig op zijn gestel, en hij keerde reeds het volgende jaar naar Leiden terug, waar hij den 3den September overleed. Van zijne talrijke geschriften vermelden wij: „Plinianae exercitationes in Solinum (1629, 2 dln; 2de druk 1689)”, — „Scriptores historiae Augustae (1620)”, — „De suburbicariis regionibus (1619)”, — „De usuris (1638)”, — „De Hellenistica commentarius, pertractans origines et dialectos linguae graecae (1643)”, — „De caesarie virorum et mulierum (1644)”, — en „De re militari Romanorum (1657)”, terwijl hij van onderscheidene oude schrijvers uitgaven heeft bezorgd. Hij onderscheidde zich meer door een verbazenden omvang dan door diepte van geleerdheid.