Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Salep

betekenis & definitie

Salep is eene geneeskrachtige zelfstandigheid, ontleend aan de gedroogde wortelknollen van verschillende Orchideën uit de afdeeling der Ophrydeën. Deze planten hebben in haren bloeitijd 2 knollen: één verwelkten, waaruit de stengel zich ontwikkeld heeft, en één vollen, ronden, handvormig verdeelnen of gelobden, waaruit in het volgende jaar de stengel opschiet. Men verzamelt in den bloeitijd de volle knollen, die bitter van smaak zijn en onaangenaam rieken, wascht ze, wrijft er de bruine opperhuid af en droogt ze in kunstmatige warmte. De knollen van alle Orchideën bevatten salep.

In MiddenEuropa vergadert men vooral die van Orchis morio, mascula, müitaris, ustulata, Anacomptis pyramidalis, — ook wel van Orchis macxilata en latifolia en van Oymnadenia conopsea. De ronde knollen zijn na het droogen niet langer dan 3 Ned. duim en niet zwaarder dan 2 Ned. wigtjes, onregelmatig van gedaante, hard, broos en geelachtig grijs; zij bevatten 27% zetmeel, 48% bassorine, 1% suiker, 5% eiwit, 2% minerale bestanddeelen enz. In den vorm van poeder geven zij met eene 50-voudige gewigtshoeveelheid kokend water eene dikke gelei. De salep was reeds aan Dioscórides bekend, doch eerst Geoffroy wees in 1740 aan, dat men ze van Midden-Europésche Orchideën verkrijgen kan. Men verzamelt hare knollen vooral in den Taunus, in het Westerwald, in het Rhöngebergte en in het Odenwald in Duitschland, alsmede in Frankrijk. De salep wordt inzonderheid aangewend tegen buikloop, doch in Turkije veelal met honig bij het ontbijt genuttigd. Wp geven hierbij eene afbeelding van Orchis morio, namelijk in a van eene plant op de helft der natuurlijke grootte, in b van een zuiltje van voren, in c van ter zijde, beide op 5-voudige grootte, in d van een doorgesneden vruchtbeginsel op 4-voudige grootte, en in e van een stuifmeelhouder (pollinarium) op 8-voudige grootte.

< >