Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rubidium

betekenis & definitie

Rubidium (Rb), een alkali-metaal, vindt men in de natuur sterk verspreid, maar nergens in groote hoeveelheid. Het vergezelt gewoonlijk het kalium en bevindt zich b. v. in lepidoliet, lithionglimmer, petaliet, veldspaat en triphyllien, alsmede in de tot nu toe voor melafier en amandelsteen gehoudene uitbarstingsgesteenten van de Pfalz en in het basalt. Het komt wijders voor in teelaarde, en is alzoo aanwezig in vele planten, in wier asch het tot de bestanddeelen behoort. Ook vele bronnen, zooals die van Dürkheim, Ebensee, Aussee, Nauheim enz., bevatten rubidium.

Om het te verkrijgen, doet men een mengsel van alkalimetaalchloriden, uit gemelde planten bereid, neêrslaan met platinachloride; daarna bezigt men de verschillende oplosbaarheid der dubbele verbindingen om ze te scheiden, ontleedt het verkregen rubidiumzout, vervaardigt uit het rubidiumoxyde koolzuur rubidium en scheidt hieruit het metaal af, op dergelijke wijze als kalium uit koolzuur kalium. Rubidium is zoo wit als zilver en glansrijk; het heeft een soortelijk gewigt van 1,52, een verbindingsgewigt van 85,4, is bij 10° C. nog zoo week als was, smelt bij 38,5° C., verandert bij gloeihitte in een groenachtig blaauwen damp, oxydeert zeer sterk in de lucht, ontleedt het water en ontsteekt, evenals kalium, de daarbij zich ontwikkelende waterstof. Koolzuur rubidium vormt kleurlooze, smeltbare, waterhoudende, in water gemakkelijk, maar in alkohol moeijelijk oplossende kristallen. Het rubidium werd in 1860 door Bunsen door middel der spectraal-analyse ontdekt; zijn spectrum onderscheidt zich door donkerroode lijnen, welke reeds door eene uiterst geringe hoeveelheid chloorrubidium ontstaan.

< >