Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rostock

betekenis & definitie

Rostock, de grootste en merkwaardigste stad van Mecklenburg en eene der aanzienlijkste koopsteden der Duitsche Oostzeekust, verheft zich op den linker oever van de Warnow, die hier veel breeder wordt en 12 Ned. mijl noordelijker zich uitstort in de Oostzee,— voorts aan den Friedrich-Franz-spoorweg, en was te voren omgeven door vestingwerken, welke thans in fraage wandelplaatsen herschapen z{jn. Zij bestaat uit de Oud-, Midden- en Nieuwstad en uit eenige voorsteden. De Midden- en Nieuwstad zijn regelmatig en met zorg aangelegd en maken met hare deftige kerken, met hare talrijke schepen en met haar levendig handelsverkeer een goeden indruk. Het aantal inwoners bedraagt er met het garnizoen (2 bataljons infanterie) ruim 34000, en onder deze bevinden zich 160 R. Katholieken en 140 Israëlieten (1875).

Er zijn 4 land- en 2 waterpoorten, onderscheidene ruime pleinen, zooals de Nieuwe Markt, met een fraai koperen standbeeld van Blücher, vervaardigd door Schadow, enz. Van de openbare gebouwen aldaar noemen wij een 5-tal kerken, onder welke men de Maria-Kerk aantreft, met een gedenkteeken ter eere van den aanvankelijk hier begraven Hugo de Groot, — het paleis van den Groothertog (in 1702 gebouwd) , — het raadhuis, in spitsboogstijl met sierlijke gevels, — de hoofdwacht, — het geregtshof, — de universiteit, —het sociëteitsgebouw, — den schouwburg, — het stads ziekenhuis , — het militaire lazaret en het krankzinnigengesticht. Men heeft er een Hoog Hof van Appél, een consistorie, eene kanselarij, onderscheidene geregtshoven, eene universiteit, in 1418 door de hertogen van Mecklenburg gesticht, van 1437—1443 naar Greifswald en van 1760—1789 naar Bützow verplaatst, maar in laatstgenoemd jaar te Rostock hersteld. Er zijn thans (1877) 36 hoogleeraren en 141 studenten. Voorts heeft men er eene merkwaardige boekerij met 145000 deelen, een homiletisch-katechetisch seminarium, een anatomisch en anthropotomisch muséum, een zoötomisch-physiologisch, een pathologisch en een pharmacologisch instituut, een historisch seminarium, 4 genees- en heelkundige hospitalen, een klassiek en een Duitsch-letterkundig seminarium, een muntkabinet, een muséum voor natuurlijke historie, een scheikundig laboratorium, een wiskundig kabinet, eene sterrewacht en een landbouwkundig proefstation, alsmede een gymnasium, reaalscholen van de eerste en tweede orde, eene zeevaartschool en onderscheidene genootschappen, benevens vele inrigtingen van weldadigheid. De stad is eigenares van aanzienlijke goederen en van een bosch aan de Oostzee met eene uitgebreidheid van 5500 bunder. Voor den graanhandel is Rostock eene der belangrijkste koopsteden aan de kust der Oostzee. Behalve graan worden er aanzienlijke hoeveelheden wol, vlas, vleesch enz. uitgevoerd, terwijl koloniale waren, ijzeren voorwerpen, wijn, steenkolen, petroleum, hout en haring er tot de invoer-artikelen behooren.

De stad was in 1876 in het bezit van 363 schepen, met eene laadruimte van bijna 51000 last. Ook zijn er druk bezochte markten, en de nijverheid bepaalt er zich vooral tot de vervaardiging van katoenen manufacturen, stroohoeden, behangsels, zeep, speelkaarten, watten, chocolade, cichorei, verwstoffen, wagensmeer, azijn enz. Wijders heeft men er: ijzergieterijen, machinenfabrieken, wagenmakerijen, olieslagerijen, zaagmolens, brandewijnstokerijen, loogerijen, bierbrouwerijen enz. Op de talrijke scheepstimmerwerven worden houten en ijzeren schepen gebouwd. Ook de visscherij is er van belang. Volgens eene in 1788 met groothertog Friedrich Franz geslotene overeenkomst heeft de stad eene afzonderlijke, republikeinsche grondwet, eene uitgebreide wetgevende magt, eene onafhankelijke policie, en een zelfstandig binnenlandsch bestuur met aanmerkelijke regten. Tot 1827 bezat zij de meue-beschermheerschappp over de universiteit.

Op den Landdag vormt deze stad een afzonderlijken stand, en één van hare 3 burgemeesters is medelid van het directorium op de Landdagen, alsook lid der gedeputeerde commissie. De haven van Rostock is het 12 Ned. mijl vandaar gelegen Warnemünde met 1766 inwoners en een druk bezocht zeebad. Het vaarwater van de Warnow heeft thans tot aan Rostock eene geringste diepte van 4 Ned. el. — Rostock of Roztoc ontving in de 11de eeuw van Gottschalk, vorst der Obotriten, stedelijke regten, doch werd in 1161 door Waldemar I, koning van Denemarken, veroverd en verbrand. In 1170 opgebouwd, herkreeg zij in 1218 stedelijke regten, was van 1229—1314 de zetel van een eigen Vorstenhuis, maar verviel toen aan Mecklenburg, dat in 1323 voor Rostock de Deensche leenheerschappij erkende. Zp behoorde tot de Hansa, bleef in 1621 het eigendom van de beide Mecklenburgsche lijnen, en viel eerst in 1635 ten deel aan Mecklenburg-Schwerin. In 1712 werd zij door de Zweden veroverd, in 1715 door de Denen en in 1716 door de Russen bezet, doch in 1719 in hare aloude regten hersteld, en in 1788 verkreeg zij door bovengemelde overeenkomst eene groote mate van zelfstandigheid.

< >