Rosseels

betekenis & definitie

Rosseels (Emmanuël), een verdienstelijk Vlaamsch letterkundige, geboren te Antwerpen den llden Julij 1818, was eerst als bontwerker in het bedrijf van zijn vader werkzaam, zag zich daarna geplaatst als klerk op het kantoor van een bankier en werd eindelijk makelaar in effecten. hij behoorde tot de eersten, die na 1880 werkzaam waren ter opbeuring van het vaderlandsch tooneel, terwijl hij optrad als een ijverig voorstander der Vlaamsche beweging, en tot den bloei der letteren zocht hij bij te dragen door het uitgeven van het tijdschrift: „De Vlaemsche letterbode (1843—1845)”. Voorts schreef hij: „Herman de dronkaerd, drama in één bedrijf (1839)”, — „Het dorpsmeisje, blijspel met zang in één bedrijf (1840)”, — „De verfranschte landmeisjes, blijspel met zang in één bedrijf (1841)”, — „De witte lijkbidder of het feest in den kelder, kluchtspel in één bedrijf (1842)”, — „Alfried en Karolina, of de stemme des bloeds, drama in 2 bedrijven (1842)”, — „Gedichten van Bellamy, met eene levensschets van den dichter en inleiding 1844)”, — „Richilde, geschiedkundig drama ( met P. F. van Kerkhoven, bekroond 1848)”, — „Iets om te lachen enz (1846)”, — „Brouwers gevangenis op ’t kasteel van Antwerpen, blijspel in één bedrijf (1849)”, — „De Koning of zijn broer, blijspel met zang in één bedrijf (1849)”, — „Laster en onschuld, drama in 5 bedrijven (1851)”, — „Theodoor van Rijswijck of schuw de plaetsen, waer de plagen vallen, blijspel in één bedrijf (1852)”, „De duivenmelker, blijspel in één bedrijf (1854)”, — „De dorpsmeeting, blijspel met zang in één bedrijf (1857)”, — „Twee baronnen als ’t u belieft, blijspel in één bedrijf (1859)”, — „Het witte bal, zangspel (1860)”, — „Een dief in huis, blijspel (1861)”, — „Een man die groen ziet, tooneelspel (1861)”, — „Twee zusters, blijspel (1861)”, — „Rosalinde, tooneelspel in 3 bedrijven (1861)”, — „Liberaal en Katholiek, blijspel (1861)”, — Lena, tooneelspel (1861)”, — „Stille waters hebben diepe gronden, blijspel (1861)”, — „Adriaen Brouwer, zangspel (1861)”, — „Antoon van Dijck te Saventhem, zangspel (1866)”, — „Anna Breughel, zangspel (1868)”, — en Francis Alard, historisch verhaal uit den tijd der hervorming (1874)”. Ook leverde hij vele bijdragen in jaarboekjes, dag- en weekbladen enz.