Rogier van der Weyden, tot in 1846 alom bekend onder den naam van Rogier van Brugge en de beroemdste leerling van Jan van Eyck, werd geboren te Brussel in het laatst der 14de of in het begin der 15de eeuw. Reeds in 1430 was bij een uitstekend schilder, aan wien paus Martinus V een klein altaar bestelde, bestemd voor koning Juan II van Spanje. In het jaar 1436 was hij stadsschilder te Brussel en vervaardigde voor de regtszaal op het stadhuis aldaar eene schilderij met zijvleugels, vermoedelijk bij den brand van 1695 vernield. Tusschen 1440 en 1447 schilderde hij voor Nicolaas Rollin, kanselier van Philips de Goede, een groot altaarstuk voor de kapél in het klooster te Beaune in Bourgondië, en in 1449 begaf hij zich naar Italië, waar hij o. a. eene Afneming van het Kruis schilderde.
In 1450 bevond hij zich tijdens het jubileum te Rome, bezocht Florence en keerde vervolgens naar Brussel terug, alwaar hij den 16den Junij overleed. Zijne figuren zijn, wat het naakt betreft, schraal en mager, maar zijn coloriet is levendig en krachtig. In den beginne schilderde hij in een zeer warmen, later in een koelen toon. Van zijne kunstwerken vermelden wij, behalve het reeds vermelde tryptichon, door paus Martinus V besteld en thans in het muséum te Berlijn, een dergelijk stuk, aldaar aanwezig en de geboorte van Johannes de Dooper, diens doop van Christus en diens onthoofding voorstellend, — voorts: eene Kruisiging, thans te Weenen, — een tryptichon met den zegenenden Christus en op de vleugels Maria Magdalena en Johannes de Dooper, — en in bovenvermeld klooster het Laatste Oordeel, — wijders: te Frankfort eene Madonna, — te ’s Gravenhage eene Afneming van het Kruis, te voren aan Mending toegekend, — en in het muséum te Antwerpen de Zeven Sacramenten. Ook heeft hij uitgemunt als miniatuurschilder, terwijl hij als leermeester van een aantal kunstenaars een belangrijken invloed had op de kunstrigting van zijn tijd.
Zijn beroemdste leerling was Mans Mending. Zijn zoon Rogier van der Weyden de Jongere volgde de voetstappen des vaders, maar gaf aan zijne figuren voller vormen. Diens hoofdwerk is eene Afneming van het Kruis, thans in de sacristie der Lorenzo-kerk van het Escuriaal. Voorts vindt men stukken van zijne hand in het Kensington-muséum en te Dresden. Hij was zeer milddadig en overleed in 1529 te Brussel in hoogen ouderdom.
