Roche-Aymon (Antoine Charles Etiene Paul, graaf la), een Fransch generaal, geboren den 28sten Februarij 1772, verliet bij het uitbarsten der revolutie met zijn vader (luitenant-generaal in Fransche dienst) het vaderland en trad in de gelederen van het korijs van Condé. Na de ontbinding van dit leger kwam hij als adjudant van prins Hendrik in Pruissische dienst, stond in 1806—1807 aan het hoofd van het tweede eskadron zwarte huzaren en hield zich vervolgens bezig met de reorganisatie van het Pruissische leger, bepaaldelijk door het bewerken van een reglement voor de dienst der ligte troepen te voet en te paard. In 1810 verwierf hij den rang van kolonel en de inspectie van de ligte troepen in West-Pruissen. Ook nam hij in het Pruissische leger deel aan den bevrijdingsoorlog, maar trad na de restauratie in Fransche dienst.
In 1814 werd hij brigade-generaal, en in 1815 vlugtte hij met Lodewijk XVIII naar Gent. In 1823 erlangde hij het kommando over eene brigade kavallerie in Catalonië, nam vervolgens deel aan de reorganisatie van het leger, en overleed in 1849. Hij schreef eene „Introduction à l’étude de l’art de la guerre (1802—1804, 4 dln)”, waarvan nog in 1867 een uittreksel werd in het licht gegeven.