Ribeaupierre (Alexander van), een verdienstelijk Russisch staatsman, geboren den 21sten April 1783, was de telg van een Fransch geslacht, dat bij de opheffing van het edict van Nantes het vaderland verliet. Zijn vader, brigadegeneraal in Russische dienst, sneuvelde in 1790 bij de bestorming van Ismail, en hijzelf werd reeds op 4-jarigen leeftijd door Catharina II met den officiersrang bij de Keizerlijke lijfwacht begunstigd. Later werd hij adjudant en kamerheer van czaar Paul, diende vervolgens onder Alexander I, en werd in 1822 geheimraad en betaalmeester van het leger en 2 jaar daarna gezant te Constantinopel.
Onder keizer Nicolaas sloot hij in 1826 den Vrede van Akjerman en werkte niet weinig mede tot de onafhankelijkverklaring van Griekenland. Na den slag bij Navarino (20 October 1827), die de Turksch-Egyptische vloot vernietigde en de Porte omtrent Ruslands bedoelingen inlichtte, moest hij echter Constantinopel verlaten, doch keerde in 1829 na het sluiten van den Vrede van Adrianopel derwaarts terug. In 1830 vertrok hij naar Athene, vervolgens naar Napels en werd in 1831 ambassadeur aan het Hof te Berlijn. In 1839 werd hij naar Petersburg teruggeroepen en tot lid van den Rijksraad benoemd, in 1846 tot opperkamerheer verheven, en in 1856 in den Russischen rijksgravenstand opgenomen, hij overleed te Petersburg den 5den Junij 1865.