Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Rekening-courant

betekenis & definitie

Rekening-courant (contocurrent, compte-courant, account current, A/C.) ontstaat, wanneer twee personen, meestal natuurlijk kooplieden, bankiers, zoodanig met elkander in rekening staan, dat zij beurtelings elkanders schuldeischer en schuldenaars zijn. Iedere transactie — koop, verkoop, wisselbetaling, geldleening, betaling, enz. — wordt nu niet afzonderlijk verrekend en geliquideerd, maar over en weer wordt de reeks van handelingen geboekt op het debet of credit van hem, wiens rekening het geldt, en op vaste tijdstippen, meestal om het halfjaar of om het jaar, worden de wederzijdsche boekingen gecontroleerd, en het saldo — het verschil, het overschot — der rekening vereffend, of op nieuwe rekening overgebragt. De rekeningcourant wordt eigenlijk gehouden en uittreksel daarvan op de vastgestelde tijdstippen aan de tegenpartij meêgedeeld door hem, die in den regel op zijne woonplaats de meeste zaken voor den handelsvriend verrigt.

Zij bevat meestal de berekening van interest zoowel op de debet als op de creditzijde, maar niet altijd. Dit hangt natuurlijk, evenals de bepaling van den procentvoet, af van de onderling gemaakte voorwaarden. Tusschen bankiers is de procentvoet over en weer in debet en credit gewoonlijk dezelfde; aan kooplieden en fabriekanten brengen de bankiers gewoonlijk een of twee procent rente méér in rekening, dan zij hun op hun credit vergoeden, omdat zij zelven voor soms geringe voorschotten voor korten tijd of in ’t geheel geene of slechts eene plaatsing tegen lage rente kunnen vinden.

Bij de dubbele of Italiaansche boekhouding plaatst men de rekening-couranten gewoonlijk in een afzonderlijk boek, het Rekening-Courantboek, dat als ’t ware een supplement op het Grootboek is, bevattende de persoonsrekeningen, terwijl alleen de rekeningen van de handelsvrienden buiten ’slands, voor wie wij op onze plaats vele zaken doen, in het Grootboek hare plaats vinden, omdat zij geboekt worden zoowel in de geldsoort, op hunne woonplaats in omloop, als in onze munt, dus met twee geldkolommen. Op deze rekeningen kan door koersverschil worden gewonnen of verloren. Wordt de rekeningcourant, zooals gewoonlijk, met berekening van rente gehouden, hetzij naar een vasten of veranderlijken procentvoet, dan bevat zij behalve de kolommen voor de geldsom en voor den vervaldag der som, eene kolom voor de zoogenaamde interestdagen. Men heeft dan voor alle posten een vasten vervaldag aangenomen, meestal den dag van afrekening, bv. van 30 Junij. Wordt nu een post geboekt van honderd gulden vervallende op 10 Junij, dan vermenigvuldigt men het kapitaal met het aantal dagen tot den aangenomen vervaldag, en plaatst het dus verkregen cijfer, nu 2000, in die kolom van interestgetallen.

Zoo doet men met alle posten, en reduceert dus alle sommen tot sommen, die een dag op interest uitstaan. Men telt bij ’t sluiten die interestgetallen aan de debet- en creditzijde op. Zijn ze gelijk, dan is aan geene van beide zijden interest schuldig. Het verschil wordt gedeeld door den zoogenaamden standvastigen deeler Men rekent het jaar op 360 dagen. Is de rente 4%, dan deelt men door 9000 volgens dezen regel:

f 100 x 360 dagen : fx X x dagen = 4: x.

Het verschil in rente wordt dan op de debet- of creditzijde in de geldkolom geplaatst. Verviel de som van ƒ 100 niet op 10 Juni, maar op 10 Julij, en stond zij op de debetzijde, dan wordt het interestgetal in dit geval 10 X 100 = f 1000, met grootere cijfers of met cijfers in roode inkt geschreven, op de creditzijde overgebragt: de zoogenaamde roode getallen. Onder de afschriften of uittreksels van rekening-couranten vindt men gewoonlik de formule S. E. et O., ’t geen beteekent „Salvo errore et omissione”, „behoudens dwaling en uitlating”, waardoor men zich het regt voorbehoudt, om vergissingen te herstellen.