Regenbak

betekenis & definitie

Regenbak (Een) dient tot vergaderplaats van het op het dak van een of ander gebouw opgevangen regenwater, welke langs goten en door pijpen derwaarts vloeit. Hij wordt onder den beganen grond en in ons land veelal op een houten raam gebouwd, in het vierkant in tras opgetrokken en van binnen bepleisterd of, wat nog beter is, met verglaasde tegels bezet en met een gewelf gedekt, waarin eene opening is gespaard, om er water uit te putten of om er eene pomp in aan te brengen. Het water loopt van het dak in een klensbak, waarin zich eene met vele gaten doorboorde plaat bevindt, om de onreinheden zooveel mogelijk terug te houden.