Puy de Dôme, het noordelijk gedeelte van het gebergte van Auvergne in het zuiden van Frankrijk, is grootendeels van vulcanischen oorsprong en telt op eene basis van graniet meer dan 60 afgeknotte rotskegels, die meestal den naam van puy dragen. De merkwaardigste van deze zijn de Eigenlijke Puy (1465 Ned. el hoog), de Kleine Puy (1267 Ned. el hoog, met een merkwaardigen krater) en de Puy de Côme (1255 Ned. el hoog, met 2 kraters, van welke de eene 80 Ned. el diep is).
Het departement Puy de Dôme, uit gedeelten van het oude Auvergne en de gewesten Bourbonnais en Forez gevormd, is omgeven door de departementen Allier, Loire, Cantal, Corrèze en Creuse, en telt op 144,39 geogr. mijl ruim 570.000 inwoners (1876). Het is eene bergstreek met uitloopers van de Cevennes en van het gebergte van Auvergne, met vruchtbare dalen, van welke inzonderheid het prachtige Limagnedal eene groote vermaardheid bezit. De hoogste top is er de Puy de Sancy (1884 Ned. el hoog). De bodem, door talrijke rivieren besproeid, is er wel steenachtig, maar door zijn vulcanischen aard zeer vruchtbaar.
Het klimaat is er onbestendig en somtijds zeer guur; in het gebergte blijft de sneeuw 6-7 maanden liggen. De voornaamste voortbrengselen zijn er: graan, peulvruchten, aardappelen, wijn, ooft en kersen. Voorts heeft men er runderen, schapen, paarden en zwijnen, terwijl het rijk der delfstoffen er steenkolen, anthraciet, lood, marmer, graniet enz. oplevert. Ook zijn er onderscheidene minerale bronnen.
Het voornaamste bedrijf der inwoners is landbouw en veeteelt, terwijl de nijverheid slechts hier en daar een aanmerkelijken trap van ontwikkeling bereikt heeft. Een groot gedeelte der ingezetenen verlaat in het najaar het land om elders werk te zoeken. De spoorweg van St. Germain les Fossés over Clermont-Ferrand naar Brioude doorsnijdt dit departement. Het is in 5 arrondissementen verdeeld en heeft Clermont-Ferrand tot hoofdstad.