Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Psalmen

betekenis & definitie

Psalmen (Boek der) is de titel eener verzameling van 150 godsdienstige liederen, in het Oude Testament opgenomen. Volgens hun inhoud kan men ze verdeelen in: lof- en dankpsalmen, waarin Jahve verheerlijkt wordt, — nationale psalmen, die betrekking hebben op de geschiedenis van Israël, — Sions- en Tempelpsalmen, — Messiaansche of Koningspsalmen, (2, 20, 22, 45, 72, 110), — klaagpsalmen, verreweg het grootste gedeelte uitmakend (met de boetpsalmen: 6, 32, 38, 51, 102, 130, 143), — en leerpsalmen. Deze verzameling is voorzeker gedurende een lang tijdverloop ontstaan en in elk geval eerst na den tijd der Maccabeeuwsche Vorsten gesloten. Door de Israëlieten worden de psalmen in 5 boeken verdeeld, eindigende met 41, 72, 89, 106 en 150.

Als vervaardigers der Psalmen worden genoemd: Mozes (Ps. 90), David, aan wien volgens de opschriften nagenoeg de helft wordt toegekend, Salomo (72 en 127), Asaph (de zangmeester van David), Heman en Ethan (zangers van David), en de kinderen Korah (eene Levitische familie van zangers). De nieuwere critiek echter kan van geen enkelen Psalm den naam des vervaardigers bepalen. De waarde der Psalmen voor de kennis der theologie van het Oude Testament is onschatbaar. Zij geven allen getuigenis van een levendig vertrouwen op God en onderscheiden zich door dichterlijke verhevenheid. Ook in de Christelijke Kerk worden in onderscheidene afdeelingen de Psalmen bij de openbare godsdienstoefening gebruikt. In ons Vaderland leverden de voortreffelijke Marnix en Petrus Dathenus niet lang na de Hervorming Nederlandsche Psalmberijmingen. De slechtste van deze twee, namelijk die van Dathenus, werd algemeen ingevoerd bij de Hervormde gemeenten, doch in de voorgaande eeuw door eene betere berijming vervangen, welke thans nog in zwang is. Sierlijk is bovenal de berijming, onlangs door den dichter J. J. L. ten Kate geleverd.