Pradier

betekenis & definitie

Pradier (James), een beroemd beeldhouwer, geboren te Genève den 23sten Mei 1792, ontving zijne opleiding te Parijs in het atelier van Lemot, verwierf in 1813 met zijn basreliëf: „Philoctetes en Odysseus” den grooten prijs, die hem in staat stelde Rome te bezoeken, wijdde zich hier met ijver aan de studie der antieken en leverde eene reeks van kunstgewrochten, die door schoonheid van vorm en voortreffelijkheid van behandeling hem grooten roem bezorgden. In het muséum te Rouen heeft men: „De Centaur met de Bacchante”, en in het Luxembourg: „De zoon van Niobe”, eene „Psyche" en eene „Venus”. In de kapél van St. Louis te Versailles ziet men het door hem vervaardigde praalgraf van den hertog van Berri. In 1827 werd hij lid van het Instituut. Aan den triomfboog van het caroussel bezorgde hij een basreliëf en aan den Are de l’ Etoile vier kolossale beelden der Faam. Voorts vindt men van hem te Parijs op de Beurs het standbeeld van de Fortune publique en bij de Fontein der Bastille een grooten bronzen riviergod. Een ander kunstwerk in brons, door hem ontworpen, namelijk het standbeeld van J. J. Rousseau, verheft zich sedert 1837 te Genève. In 1830 leverde hij eene bevallige groep, de Drie Gratiën voorstellende. In den tuin der Tuilerieën is van hem een standbeeld van Prometheus, en in den koepel der Ste Madelaine te Parijs plaatste hij de vier Apostelen. Ook beitelde hij de 12 kolossale Victoria's voor het praalgraf van Napoleon in het Hotel des Invalides. Hij wist het naakt met ongemeene zachtheid te behandelen en de draperie sierlijk te plooijen. Hij heeft onderscheidene leerlingen gevormd, en overleed te Parijs den 14den Junij 1852.