Podolië (Laagland) is de naam van een gouvernement in West-Rusland en grenst in het noorden aan Volhynië, in het oosten aan Kiew, in het zuiden aan Cherson en Bessarabië en in het westen aan Oostenrijk (Galicië), en telt op 763 geogr. mijl ongeveer 2 millioen inwoners, gedeeltelijk Groot- en Klein-Russen en gedeeltelijk Polen. Men heeft er 190000 R. Katholieken, 3000 Protestanten, 242000 Israëlieten en voor ’t overige belijders der Grieksche godsdienst. Het land behoort tot de meest gezegende en vruchtbaarste gedeelten van het Russische Rijk, vormt een naar de Dnjestr van het noorden naar het zuiden zacht afhellenden bergrug, die het stroomgebied van laatstgenoemde scheidt van dat der Boeg, en is voorts met eenige heuvelketens bedekt, terwijl zuidwaarts eene zandsteppe zich uitstrekt. Het klimaat is er zacht en gezond en komt overeen met dat van midden- en zuid-Duitschland.
De voornaamste rivieren zijn er: de Boeg, in het oosten des lands, en de Dnjestr, de grensrivier naar het zuidwesten, met de Sbroetsj, de Smotriza en de Moerafa. Tot de belangrijkste takken van nijverheid behoort er de landbouw, die hoofdzakelijk tarwe, aardappelen, meloenen, wijn en tabak levert, — voorts bloeijen er de suikerraffinaderij, de brandewijnstokerij, de bijenteelt en de veefokkerij. De handel is er hoofdzakelijk in handen der Israëlieten, De voornaamste koopsteden zijn er: Kamenez-Podolsk, Mohilew en Balta, en van laatstgenoemde stad loopen spoorwegen naar Odessa, Kiew en Galicië. Het gouvernement is verdeeld in 12 arrondissementen.