Pocci (Franz, graaf), een verdienstelijk teekenaar, dichter en componist, geboren te München den 7den Maart 1807, studeerde te Landshut en München in de regten, werd ceremoniemeester des Konings, hield zich veel met teekenen bezig en vergezelde Lodewijk I en den toenmaligen kroonprins Maximiliaan op reizen naar Italië. Sedert 1847 was hij werkzaam als intendant der hofmuziek, totdat hij in 1864 benoemd werd tot opperkamerheer. Hij overleed te München den 7den Mei 1876.
Behalve kleine zangstukjes, componeerde hij de opera: „Der Alchymist”. Als dichter trad hij op met „Dichtungen (1843)”, en voortreffelijke „Jägerliedern (1843; 2de druk, 1854)”, alsmede met „Studentenliedern (1853)”. Vooral schreef hij veel goeds voor kinderen, bijv.: „Rosengärtlein (1839; 3de druk, 1868)”, — „Allerneueste Spruchbüchlein (2de druk, 1876)”, — „Was du Wilst (2de druk, 1876)”, — „Lustiges Komödienbüchlein (1859—1877, 6 dln)”, enz., terwijl onderscheidene geschriften, bijv. van Grimm, door hem zijn geïllustreerd.
