Pinturicchio (Bernardino), eigenlijk Botti of Betti, een beroemd schilder, geboren te Perugia in 1454, was in 1484 met Perugino werkzaam in de Sixtijnsche kapél en schilderde later in het paleis Borgo Vecchio voor den cardinaal Domenico delle Rovere en in het gebouw van S. Apostolo van Sciarra Colonna. In 1484 liet voorts Innocentius VIII hem werken in het paleis Belvedère. In de kapél delle Rovere der kerk Sta Maria del Popolo is van zijne hand een uitmuntend altaarstuk bewaard gebleven, „de aanbidding van het Christuskind” voorstellende, en in die van Sixtus IV in dezelfde kerk eene „Madonna” en den „St. Augustinus”.
Voorts heeft men er van hem in de hoofdkerk: „De vier kerkleeraars”, — „De vier Sybillen”, — „De vier Evangelisten”, — en „De krooning van Maria”. In het Pauselijk paleis beschilderde hij onderscheidene kamers, waarvan zich nog vijf in een oor spronkelijken toestand bevinden, — alsmede onderscheidene vertrekken in het kasteel S. Angelo. Daarenboven heeft men stukken van hem in andere kerken te Rome, alsmede in verschillende groote steden van Italië. Onderscheidene muséa bezitten schilderijen van zijne hand, bjjv. dat te Berlijn, alwaar inzonderheid eene „Aanbidding der drie Koningen” zeer geroemd wordt. Algemeen wordt intusschen erkend, dat hij ver beneden zijn tijdgenoot Perugino staat.
