Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Picrinezuur

betekenis & definitie

Picrinezuur (acidum picronitricum, C6H3N307) ontstaat bij het koken van zeer vele dierlijke en plantaardige stoffen, zooals: salicine, indigo, zijde, wol, leder, aloë, benzoë, xanthorroeahars enz., met salpeterzuur. Het voordeeligst wordt het bereid uit xanthorroeahars , uit phenol of sulphophenolzuur natrium. Het kristalliseert in lichtgele, glanzende blaadjes, smaakt bitter en scherp, is zeer vergiftig, lost moeijelijk op in koud water, maar gemakkelijk in warm water, alkohol, aether en benzol, smelt bij 122°,5 C., sublimeert bij eene voorzigtige, maar ontploft bij eene snelle verhitting, reageert zuur, kleurt wol en zijde, maar geene plantaardige vezels, hoog geel en vormt in het algemeen oplosbare, kristalliseerbare, roode of gele zouten, die gedeeltelijk bij verhitting, gedeeltelijk bij een schok hevig ontploffen.

Men heeft weleens in plaats van zuiver picrinezuur natrongeel als anilinegeel in den handel gebragt, hetwelk wegens gevaar van ontploffing groote onheilen kan veroorzaken. Het picrinezuur dient om geweven stoffen geel te verwen, en ook wel in verbinding met anilinegroen, indigo of Berlijnsch blaauw om aan wol en zijde eene groene kleur te geven. Men kan het voorts gebruiken om dierlijke en plantaardige vezels te onderscheiden, en zijne zouten dienen tot het bereiden van picrine- of picraatpoeder.

< >