Philoctetes, een vermaard boogschutter uit den tijd van den Trojaanschen Oorlog, bragt de krijgsknechten uit Methone, Thaumakia, Meliboea en Olizon op 7 schepen naar Troje, maar werd op het eiland Lemnosdoor eene vergiftige slang gebeten en aldaar achtergelaten. De dichters noemen hem een vriend en wapendrager van Héraclés (Hérculés), en nadat hij op den berg Oeta den brandstapel had aangestoken, waarop deze held zich aan de vlammen prijs gaf, ontving hij diens vermaarden boog en de vergiftigde, nooit missende pijlen. Daar nu volgens eene godspraak Troje zonder de pijlen van Héraclés niet veroverd kon worden, bragten Odysseus en Neoptólemus den befaamden boogschutter van Lemnos naar het Grieksche leger, deden zijne wonde door Machaon genezen en zorgden, dat Paris gedood en alzoo de val der stad voorbereid werd.
Volgens eene latere sage begaf hij zich vervolgens naar Italië, waar hij Petelia en Crimissa stichtte. Zijn graf en een aan hem gewijd heiligdom bevinden zich te Marcella. Sóphocles, JEuripides en Aeschylus hebben aan de geschiedenis van Philoctetes stof voor treurspelen ontleend.