Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Philipz

betekenis & definitie

Philipz (Dirk), een tijd- en ambtgenoot van Menno Simons en geboren in 1504, behoorde met dezen tot de stichters van de kerkgemeenschap der Doopsgezinden in Nederland en maakte zich door talrijke geschriften bebekend als een bekwaam godgeleerde. Men heeft van hem: „Een schoone vermaninghe ende eerste onderwysinghe van den waerachtige kennissen Godts (1558)” — „Een lieflicke vermaninghe uut des Heeren woort enz.”, — „Enchiridion of hantboecxken van de Christelycke leere ende religion enz.”, — „Item om alle puncten, spreuken ende vermaninghen te vinden enz. (1574 en later bij herhaling)”, — „Een zeer schoone, troostryke en Christelycke zendbrief, geschreven en gesonden aen die huysvrouwe van J. den S., dewelke te Antwerpen gevangen lag (1579)”, — „Een korte bekentenisse ende belydenisse van den eenigen, almachtigen, levendigen Godt enz. (1564)”, — „Van den doop onzes Heeren Jesu Christi enz. (1589)”, — „Een zendbrief uit reine broederlyke liefde aan de Vier Steden geschreven enz.”, — „Een kort doch grondig verhaal van den twistigen handel en het onschriftmaatig oordeel enz.” — „Van den echt der Christenen (1568)”, — en „Catechismus, d. i. korte uuttocht uyt de H. Schrift en mede uyt de fundamenten of hantboexken van Menno Simons en Dirk Philipz (1631)”. Hij overleed te Emden in 1670. — Zijn broeder Obbe Philipz was desgelijks leeraar der Doopsgezinden, doch kwam tot andere gevoelens, en overleed in 1568. Na zijn overlijden verscheen het geschrift: „Bekentenissen van Obbe Philipz enz. (1609).” — Een derde broeder, Lucas Philipz, was leeraar der Doopsgezinden by de gemeente der Oude Vlamingen te Haarlen.

< >