Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Pergament

betekenis & definitie

Pergament is een eigenaardig bereid dierenvel, dat niet gelooid is en derhalve bij het koken in Iijm verandert. De voorbereidende werkzaamheden zijn dezelfde als die van het looijen. De huiden worden van haar beroofd, gewasschen, geschaafd, op een raam uitgespannen, nogmaals dun geschaafd en gedroogd. Het pergament, bestemd om beschreven te worden, bestrijkt men met eene dunne verf van loodwit en olie.

Zulk pergament vervaardigt men in Engeland vooral van schapenvellen. Vaak wordt nog het pergament, nadat het gedroogd is, met krijt bestreken, geschaafd en met puimsteen gewreven. Het fijnste en dunste pergament draagt den naam van maagdenpergament. Ezels- en varkensvellen leveren goed pergament voor boekbinders en zeefmakers. Men vervaardigt ook perkament van papier door dit laatste aan beide zijden te bestrijken met een lak, bestaande uit 16 deelen kopal, 16 deelen lijnolievernis en 19 deelen terpentijnolie, het vervolgens te laten droogen en dan 2-tot 3-maal te bestrijken met 96 deelen loodwit, 4 deelen loodsuiker en 6 deelen puimsteenpoeder met een weinig lijnolie en het eindelijk met puimsteen en water te schuren.

Algemeen is het gevoelen verspreid, dat het pergament zijn naam ontleent aan de stad Pérgamus, en men onderstelt, dat het aldaar omstreeks het jaar 300 vóór Chr. is uitgevonden. Intusschen hadden de Israëlieten reeds ten tijde van David beschrevene rollen van dierenvellen, en naar het verhaal van Heródotus schreven de Ioniërs in ouden tijd op ongelooid schapen- en geitenleder, waarvan men het haar had weggeschaafd. Dat de ouden gebruik maakten van zulke vellen, blijkt uit het woord membranum, dat eene huid, maar tevens eene beschrevene huid beteekent. Later werden de vellen door ze te schaven en daarna met kalk te wrijven zeer dun gemaakt, zoodat Ptólemamis Philadelphus, volgens het verhaal van Josephus, opgetogen was van verwondering over de fijnheid van het pergament, waarop de „Boeken van Mozes” geschreven waren, hem door den hoogepriester Eleazar toegezonden. Alzoo is het pergament niet in Pérgamus uitgevonden, maar misschien aanmerkelijk verbeterd.

Het werd er vervolgens in groote hoeveelheid vervaardigd, zoodat het aldaar een belangrijk handelsartikel uitmaakte. In den beginne was het pergament geel, doch te Rome vervaardigde men wit pergament, en later gaf men daaraan eene paarse of eene purperkleur aan beide zijden. De handel in pergament is door de uitvinding van het papier aanmerkelijk verminderd. Onmiddellijk na de uitvinding der boekdrukkunst werden enkele kostbare werken op pergament gedrukt, en van deze zijn exemplaren bewaard gebleven, zooals van het „Psalterium” van 1457 en van den eersten bijbel uit de drukkerij van Fust en Schöffer.

Men geeft den naam van pergamentpapier aan papier, dat men door behandeling met zwavelzuur of met eene geconcentreerde chloorzink-oplossing zoodanig veranderd heeft, dat het op dierlijk pergament gelijkt. Daartoe bezigt men geconcentreerd zwavelzuur, van hetwelk 1 Ned. pond verdund is met 125 Ned. wigtjes water. Nu laat men papier zonder eind door een vat gaan, waarin zich dit zuur bevindt, en wel zóó, dat het zuur, naar gelang der dikte van het papier, er 5 tot 20 seconden op werken kan. Daarna brengt men het papier achtervolgens in koud water, ammoniak, wederom in water, daarna tusschen cylinders van laken, om het van een gedeelte van het vocht te bevrijden, en eindelijk tusschen verwarmde, gladde cylinders, om het te droogen, te persen en glad te maken. Dit laatste is noodzakelijk, omdat het anders rimpelig wordt. Het pergamentpapier is hoomachtig, stijf, doorschijnend, wordt week in water zonder zijne vastheid te verliezen en gelijkt derhalve geheel en al op eene dierlijke blaas. Het laat de vloeistoffen enkel door bij endosmose; het is niet zoo sterk als pergament, maar verandert niet in kokend water, verrot niet en wordt ook niet aangetast door insecten.

Het is bestand tegen kokend en bijtend loog, maar lost allengs op in geconcentreerd zoutzuur en geconcentreerd zwavelzuur. Laat men het 10 minuten in geconcentreerd salpeterzuur liggen, dan wordt het na het droogen dikker, hechter en taaijer, is bestand tegen zuren en wordt, eenige minuten in zwavelzuur gedompeld, geheel en al doorzigtig. Bij de bereiding van pergamentpapier wordt het papier bij vermeerderde dikte ongeveer 1/3de kleiner van oppervlakte, terwijl het gewigt geene verandering ondergaat. Terstond na de indompeling in een zuur kan men 2 vellen met elkander vereenigen, door op eene glazen plaat de randen dier vellen met een glazen staafje op elkander te drukken. Om pergamentpapier te lijmen, maakt men het week met sterken brandewijn en legt het in vochtigen toestand op eene met lijm bestrekene plaat. Men gebruikt het pergamentpapier tot het digtmaken van glazen flesschen, tot het inpakken van chocolade, tot het maken van worst enz., — voorts in plaats van pergament, om er documenten op te schrijven, tot het dóórtrekken van kaarten en teekeningen, alsmede in de heelkunde in plaats van linnen, wasdoek en getah-pertsja, — wijders tot het vervaardigen van kunstbloemen, in het laboratorium enz.

< >