Pausanias. Onder dezen naam vermelden wij:
Pausanias, een Spartaan uit het Vorstenhuis der Agiden en een zoon van Cleombrotus. Na het overlijden van dezen (480 vóór Chr.) voerde hij het bewind in Sparta als voogd van den minderjarigen Plistarchus, den zoon van Leónidas. In 479 bekleedde hij het opperbevel over de verbondene Grieken in den roemrijken slag bij Plaetaea, waar hij aan de Perzen eene geweldige nederlaag toebragt. Daarna was hij tot 476 bevelhebber der Grieksche vloot en veroverde Cyprus en Byzantium. Hier onderhandelde hij op eene verraderlijke wijze met Xerxes, om met hulp van dezen de alleenheerschappij over geheel Griekenland te verkrijgen.
Hij werd nu door de Bondgenooten van het opperbevel ontzet en van hoogverraad beschuldigd, maar in 474 vrijgesproken. In 470 keerde hij naar Byzantium terug, nestelde zich aldaar met Thracische soldaten en opende op nieuw onderhandelingen met de Perzen, maar werd door de Atheners verjaagd en door de Ephoren nogmaals teruggeroepen. In den beginne slaagde hij er in, de Ephoren om den tuin te leiden, totdat een slaaf, belast met het overbrengen van een brief aan den Perzischen landvoogd Artabazus, dien ter hand stelde aan de Ephoren. Door list ontlokte men hem voorts de bekentenis zijner schuld en men besloot hem in hechtenis te nemen. Hij zocht echter eene schuilplaats in het heiligdom van Athene (Minerva), werd er ingemetseld, en stierf den hongerdood.
Pausanias, een Grieksch geschied- en aardrijkskundige, geboren in Lydië in het jaar 120 na Chr. Hij was een leerling van Herodes Atticus, deed eene reis door Griekenland, Italië en een groot gedeelte van Azië en Afrika en beschreef in zijn „Periegesis” in 10 boeken de godsdienstige gebouwen en kunstgewrochten van bijna geheel Griekenland, met het oog op de aardrijkskundige gesteldheid en de geschiedenis, de sagen en de natuurlijke historie. Dit boek, schoon voor reizigers geschreven, heeft ook thans nog eene hooge waarde voor de kennis der kunstgeschiedenis en der oudheden van Griekenland. zijn stijl is wijdloopig en niet zeer naauwkeurig. Tot de beste uitgaven van dat reisverhaal behoort die van Schubart en Walz (1838, 1839 , 3 dln).