Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Parana

betekenis & definitie

Parana is in de eerste plaats de naam van eene rivier (Rio Paraná) en wél van ééne der 2 groote rivieren, die de La Platarivier (zie aldaar) vormen. De Parana ontspringt aan de zuidelijke grenzen der Braziliaansche provincie Minas Geraës, op de noordwestelijke helling van den Serra di Mantiquerra, vloeit aanvankelijk onder den naam van Rio Grande (Para) in eene noordwestelijke, daarna in eene westelijke rigting door de provincie Sao Paulo en ontvangt, na zich vereenigd te hebben met de Paranahyba, welke van den Serra dos Vertentes afdaalt, den naam van Paraná. Daarop stroomt zij eerst zuidwest- en daarna zuidwaarts, scheidt de provinciën Sao Paulo en Mato Grosso, daarna de republiek Paraguay van Brazilië en van de Argentijnsche Confederatie, en vloeit dan tot aan hare vereeniging met de Rio Paraguay (boven Corriëntes) west-, vervolgens zuid westwaarts, kronkelt daarna zuidwestwaarts door de La Plata-Staten, voorts zuidoostwaarts en vormt eindelijk boven de stad Buenos Ayres met de Uruguay de La Plata-rivier. De Parana is 3560 Ned. mijl lang en heeft een stroomgebied van 52300 geogr. mijl, zoodat zij tot de grootste rivieren onzer aarde behoort.

Zij is het afvoerkanaal voor de wateren der bergketens van Zuid- en West-Brazilië en der hooglanden van Bolivia en van de Andes. Haar Bovenloop heeft 3 watervallen, en van deze is de Salto Grande de Paraná in de nabijheid van de verwoeste stad Guayra de vermaardste. Hier vormt de rivier het eiland Ilha Grande do Salto en is, vóórdat zij de Cordillera de los Montes bereikt, reeds bijna 4000 Ned. el breed en bij gemiddelden waterstand zeer diep. Plotselijk echter vernaauwt zij zich tot een kanaal ter breedte van slechts 60 Ned. el, valt ter hoogte van 17 Ned. el schuins en met donderend geraas in de diepte en spoedt zich voort over een afstand van 120 Ned. mijl, tot aan den mond der Yguazu, tusschen steile rotswanden met eene bedding ter breedte van omstreeks 100 Ned. el. Voorts heeft men er den waterval van Salto Chico, door een rif in de bedding veroorzaakt. De Parana is tot aan Corriëntes zelfs voor oorlogschepen bevaarbaar, en waar de Paraguay zich met haar vereenigt, is zij 300 Ned. el breed.

Nabij Santa Fe ontvangt de Parana eene tweede groote zijrivier, namelijk de Rio Salado. Van hare vele merkwaardige rivieren noemen wij: de Rio Verde, de Rio Pardo, de Anambahy en de Monday op den regter en de Tiete, de Paranapanema, de Yvahy en de Rio Grande de Curytiba op den linker oever. Haar water onderscheidt zich door eene hooge temperatuur. Voorts omvat zij een groot aantal eilanden, die zij in Junij en December, bij klimmenden waterstand, wel eens verwoest om elders nieuwe te doen ontstaan. De belangrijkste steden op haren oever zijn: Corriëntes, Santa Fé, Bajada del Parana en Rosario, welke alle tot Argentina behooren. Wegens de bevaarbaarheid van deze rivier en van hare talrijke zijrivieren is zij de aangewezen weg, waarlangs de beschaving in tot thans nog onbekende wildernissen zal doordringen.

Paraná is in de tweede plaats de naam eener Zuid-Braziliaansche provincie, aan den Atlantischen Oceaan gelegen en grenzende in het noorden aan de provincie Sao Paulo (met de Paranapanema als grensrivier), in het westen aan Mato Grosso, Paraguay (met de Rio Parana als grensrivier) en Argentina, en in het zuiden aan de provincie Rio Grande do Sul, en telt op 4019 ☐ geogr. mijl bijna 127000 inwoners (1875). Slechts een klein gedeelte van het land is ontgonnen, en de hoofdstad is Curityba met 9000 inwoners. Men heeft er 115 scholen met bijna 3000 leerlingen, — voorts 15 inrigtingen voor middelbaar onderwijs met 269 leerlingen. De handel wordt er allengs levendiger, maar de nijverheid is er tot nu toe van weinig beteekenis. Er wordt een spoorweg aangelegd van de Dom Pedro II-haven over Morretes naar Curityba (104 Ned. mijl), — ook zijn er in de nabijheid van Paranagua vóór korten tijd de volkplantingen Alessandra en Euphrasina gesticht. In het binnenland vindt men er 3 Indianendorpen, die men heeft doen verrijzen, om de inboorlingen aan geregelden arbeid te gewennen.

< >