Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Paphlagonië

betekenis & definitie

Paphlagonië was in de dagen der oudheid een landschap in Klein-Azië, aan de Pontus Euxinus, tusschen Bithynië, Galatië en Pontus. Het was vooral in het zuidelijk gedeelte wegens den hoogen Olgassus (thans Ilkas Dagh) zeer bergachtig, terwijl het in het noorden fraaije, vruchtbare vlakten bevatte. Tot de voorgebergten behoorden er Carambis (Kerembe) en Lepte (Indsje Boeroen). Behalve de grensrivieren, de Halys (Kisil Irmak) in het oosten en de Parthenius (Bardon Tsjai) in het westen, bezat het land slechts kust-rivieren van weinig belang.

In het binnenland stroomde nog de Aminas (Goek Irmak), eene zijrivier van de Halys. — De inwoners waren meerendeels van Syrischen of Leuco-Syrischen oorsprong en stonden bekend als uitmuntende ruiters, maar tevens als slaven van bijgeloof en ruwheid. De meeste beschaving heerschte er in de Helleensche steden aan de kust. In vroegeren tijd was dit gewest onafhankelijk, maar het werd door Croesus veroverd en verviel vervolgens aan de Perzische heerschappij.

Het werd toen door landvoogden bestuurd, die zich weinig om het gezag van den Koning bekreunden. Daar de togten van Alexander de Groote het land ongemoeid lieten, bleef het aanvankelijk bewaard voor de Macedonische heerschappij, maar viel na den dood van Alexander ten deel aan Eumenes en daarna aan Cappadocië. Mithridates maakte zich eindelijk meester van dit gewest en deelde het met zijn buurman Nicomedes van Bithynië. In den tijd der Romeinen heerschten aanvankelijk aldaar schatpligtige vorsten, en de laatste van deze was Dejotarus Philadelphus, die te Gangra zijn verblijf hield. Na de overwinning van Pompejus, dien Dejotarus in den slag bij Pharsalus had ter zijde gestaan, werd Paphlagonië bij Bithynië en bij de nieuwe indeeling van het Rijk in de eerste eeuw onzer jaartelling bij Galatië gevoegd. Tot de merkwaardigste steden van Paphlagonië behoorden: Sesamus, later Amastris (Amasra), Cytorus (Kidros), Kromna, Stephane (Istifan); Sinope (Sinob), Gangra (Kirankari), Castamon (Kastamoeni) en Pompejópolis aan de Amnias.

< >