Onder dezen naam vermelden wij:
Oswald de Heilige, een dichtwerk uit de 12de eeuw, waarin enkel de naam van Oswald, koning van Engeland, voorkomt, terwijl het voor 't overige een voortbrengsel is der verbeelding. De inhoud is deze: Oswald hoort den pelgrim Wahrmund verhalen van de schoondochter van den Heidenschen koning Aaron, die al hare minnaars onthoofdt. Op aanraden van den pelgrim wordt een raaf, door Oswald opgevoed, als bode derwaarts gezonden, nadat men zijne vederen met goud heeft versierd. De vogel bereikt het land der Heidenen en vindt de dochter des Konings, van wie hij een brief en een ring voor Oswald ontvangt. Laatstgenoemde trekt nu derwaarts meteen aanzienlijk leger en schaakt de jonkvrouw. Aaron vervolgt de vlugtenden en in zijn angst legt Oswald de belofte af, dat hij bij lijfsbehoud elke bede zal vervullen, welke hem in den naam van God gedaan wordt.
Na zijn terugkeer in Engeland viert hij de bruiloft. Daar verschijnt Christus als pelgrim verkleed en vraagt van den Honing in naam van God diens gemalin en diens koningrijk. Met diepe smart voldoet Oswald aan zijne gelofte, waarna de pelgrim zich bekend maakt. Van dien tijd af leidde hij met zijne gemalin een heilig leven en beiden kwamen 2 jaar daarna te overlijden. Meer dan ééne bewerking van het gedicht is bewaard gebleven: althans ééne is uitgegeven door Etmüller (1835) en eene andere door Pfeiffer, terwijl het nader is toegelicht in de „Untersuchungen über das Gedicht von Sanct Oswald (1876)” van Edzardi.
Oswald von Wolkenstem, een dichter uit een adellijk Tyroolsch geslacht. Hij werd geboren te Groden in 1367 en leidde een avontuurlijk leven. Reeds vroeg nam hij deel aan den krijgstogt van Albrecht III van Oostenrijk tegen de Pruissen, trad in dienst bij verschillende Vorsten en bezocht zelfs Perzië en Armenië. Na verloop van 25 jaren keerde hij terug naar Tyrol, waar niemand hem herkende. Hier vatte hij toegenegenheid op voor Sabina Jäger en volbragt op haar verlangen eene reis naar het Heilige Land, vanwaar hij in 1401 terugkeerde. Vervolgens trok hij met keizer Ruprecht naar Italië, zwierf rond in Engeland, Portugal, Spanje en Afrika en ondersteunde Ernst van Oostenrijk tegen zijn broeder Frederik.
Het laatst begaf hij zich ten strijde in 1419 tegen de Hussieten. Daarna woonde hij op den burgt Hauenstein, en overleed den 2den Augustus 1445. Hij heeft talrijke liederen nagelaten, die echter zoowel in vorm als inhoud veel gekunstelds hebben. Ook bovenverhaalde lotgevallen van Oswald worden in zijne gedichten medegedeeld. Zij zijn uitgegeven door B. Weber (1847).
