Orion, het grootste en glansrijkste sterrebeeld des uitspansels, vertoont zich tusschen 15° N. en 10° Z. declinatie en 69—95° regte klimming. Het is in Europa in den winter des nachts zigtbaar en onderscheidt zich door den glans en het groote getal zijner sterren. Reeds Huyghens telde er 2000, en Flamsteed heeft in zijne sterrelijst 78 van deze naauwkeurig bepaald.
Van dit aantal zijn 2 (Betelgeuze en Rigel) van de eerste, 4 van de tweede, 4 van de derde, 9 van de vierde, 24 van de vijfde en 18 van de zesde grootte. Het sterrebeeld is ten noorden door de horens van den Stier en door Eridanus, ten zuiden door de Haas, ten oosten door den Eenhoorn en door de Tweelingen omringd en zeer gemakkelijk te kennen aan de 3 sterren van de tweede grootte, welke zich in zijn gordel bevinden en te zamen ook wel eens de Jakobsstaf worden genaamd. Ongeveer 4° onder de middenste van deze (81°58' regte klimming en 5°30' Z. declinatie) ziet men de bekende nevelvlek van Orion.
Orion is in de Grieksche mythologie een reusachtige jager, een zoon van koning Hyrieus, uit Hyria in Boeotië afkomstig, doch volgens anderen een zoon van Poseidon (Neptunus) of een autochthoon (uit de aarde gesprotene). Eos koesterde jegens hem eene vurige liefde, waarover de góden geweldig verontwaardigd waren, zoodat Artemis (Diana) den vermetelen sterveling met hare pijlen doodde. — Volgens eene andere sage was zijne gemalin Side evenzoo trotsch als hij, en Here (Juno) zond haar naar den Hades (de Onderwereld), omdat zij zich voordeed als de schoonste der vrouwen. Orion vertrok voorts naar het eiland Chios, waar hij zich met geweld wilde meester maken van Merope, de dochter van Oenopion. Daarom werd hij in den slaap door haren vader van het licht der oogen beroofd en op het strand geworpen. Geleid door Kedalion trok hij naar het oosten, waar de zonnestralen het licht weder ontstaken in zijne oogen. Op Creta dreigde hij alle dieren op de Aarde te dooden, doch door deze stoutheid vertoornd, zond de Aarde een schorpioen op hem af, die hem doodde, waarna Zeus (Jupiter) op de bede van Artemis (Diana) hem onder de sterren plaatste. — Wederom eene andere sage vinden wij bij Pindarus, namelijk deze: Pleione trok met hare dochters (de Plejaden) door Boeotië. Hier ontmoette haar Orion en vatte liefde voor haar op. Gedurende 5 jaren ontvloden zij hem, totdat Zeus haar aan het uitspansel plaatste. — Bij de latere dichters vertoont zich Orion met zijn Hond (Sirius) enkel als sterrebeeld.
Den naam Orion droeg ook een Grieksch lexicograaf uit Theben in Egypte. Hij leefde in de 5de eeuw na Chr. en vervaardigde een „Etymologicon”, in 1820 uitgegeven, alsmede eene bloemlezing uit de verzen van oude Grieksche dichters.