Orange is de naam van een arrondissementshoofdstad in het Fransche departement Vaucluse, 30 Ned. mijl ten noorden van Avignon, aan den spoorweg van Lyon naar Marseille.
Er is eene regtbank, een collége, eene bibliotheek, eene R. Katholieke hoofdkerk, en eene Protestantsche kerk. Voorts heeft men er steenkolenmijnen, zijdespinnerijen, weverijen van wollen stoffen, talrijke fabrieken en ruim 10.000 inwoners. De stad is vooral vermaard wegens hare Romeinsche oudheden, waaronder zich een vrij goed bewaard amphitheater, eene triomfpoort, een circus, eene waterleiding, baden, oude muren, mozaïeken enz. bevinden. Zij is het aloude Arausio, de hoofdstad der Chavaren, waar in het jaar 105 vóór Chr. de Cimbren en Teutonen de overwinning behaalden op Caepio en Manlius, terwijl Julius Caesar er later eene Romeinsche kolonie stichtte.
In de middeneeuwen behoorde de stad eerst tot Austrasië, maar vormde in de 11de eeuw een afzonderlijk graafschap, dat achtervolgens aan 4 geslachten toekwam, — onder anderen van 1530-1714 aan het Huis Nassau, hetwelk daaraan den naam van Oranje ontleent. In 1714 vereenigde Lodewijk XIV het met het Dauphiné. Eene universiteit, door keizer Karel IV te Orange gesticht, werd tijdens de groote Fransche Omwenteling opgeheven.
