Men onderstelt, dat de aardkorst, aanvankelijk eene bolvormige schaal, door onderaardsche krachten hier en daar is opgeheven, waardoor in het algemeen de scheiding tusschen droog land en water en in het bijzonder de bergen zijn ontstaan. Men geeft daaraan den naam van opstuwingen.
Deze zijn zeer verschillend van ouderdom. Men kan dezen niet absoluut, maar wel betrekkelijk bepalen. Naarmate er grooter aantal lagen uit den waterpassen stand verwrongen is, telt de opstuwing meer jaren. Immers bij eene hedendaagsche opstuwing zouden zelfs de jongste bezinkingen worden opgeligt.