Koning van Theben, een van de merkwaardigste helden der Grieksche sage, was de zoon van koning Laius en van Jocaste. Wegens een orakel, voorspellende dat hij zijn vader dooden en met zijne moeder huwen zou, werd hij als kind op den Cithaeron te vondeling gelegd, maar door een herder van Polybus, koning van Athene, opgenomen en groot gebragt. Toen hij tot een krachtig jongeling was opgegroeid, begaf hij zich naar Theben, doodde op den weg derwaarts zijn vader zonder hem te kennen, loste liet raadsel op van den schrikwekkenden Sphinx en verwierf daardoor de hand van de Koningin, zijne moeder, die hem 2 zonen, Eteocles en Polynices, en 2 dochters, Antígone en Ismene, schonk.
Toen later Theben door de pest geteisterd werd en de Koning naar Delphi zond om raad, beval het orakel, den moordenaar van Laius uit Theben te verbannen. Door een onderzoek kwam nu aan den dag, dat Oedipus zelf die moordenaar en tevens de echtgenoot zijner moeder was, waarop Jocaste zich door ophanging van het leven en Oedipus zich van het licht der oogen beroofde. Uit Theben verdreven, zwierf hij, geleid door zijne dochter Antígone, als een bedelaar door het land en kwam eindelijk te Athene, waar hij in het gewijde bosch der Eumeniden (Wraakgodinnen) rust vond en stierf. Men vindt deze sage bij Homerus, Hesiodus enz., en Sóphocles behandelde deze stof in 3 meesterlijke, bewaard gebleven treurspelen, getiteld: Koning Oedipus”, — „Oedipus op Colonus”, — en „ Antigone”. Ook Aeschylus en Euripides hebben dit onderwerp behandeld.