Niepce (Joseph Nicéphore), de uitvinder der photographie, geboren den 7den Maart 1762 te Châlons sur Saône, nam in 1789 dienst bij het Fransche leger, bestuurde van 1795 tot 1801 het district Nizza, wijdde zich vervolgens met zijn broeder in zijne geboortestad aan de werktuig- en scheikunde en sedert 1811 ook aan de lithographie. Met de photographie maakte hij een aanvang in 1813, en in 1824 slaagde hij er in, de beelden der camera obscura te fixéren (duurzaam te maken). In 1827 gaf hij verslag van zijne uitvinding met bijgevoegde proeven aan het Koninklijk Genootschap te Londen.
Daarna verbond hij zich met Daguerre, om zijne uitvinding tot hoogere volkomenheid te brengen, maar overleed te Gras den 3den Julij 1833. — IJverig werd hij bijgestaan door zijn broederszoon Claude Maris François Nispce de Saint Victor, geboren te St. Cyr den 26sten Julij 1805. Ook deze omhelsde de krijgsdienst, was in 1854 tweede kommandant van het Louvre, leverde de eerste proeven van photographieën op glas en bereide alzoo den weg tot het aanwenden van collodium. Hij schreef: „Traité pratique de gravure héliographique (1856)”, en „Recherches photographiques (1855)”, en overleed den 15den Mei 1870.