Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nienhuis

betekenis & definitie

Nienhuis (Hendrik), een verdienstelijk Nederlandsch regtsgeleerde, geboren te Ten Boer den 12den Februarij 1790, studeerde te Groningen eerst in de wis- en natuurkunde en daarna in de regten en vestigde zich aldaar als advocaat. In 1816 werd hij procureur bij de regtbank en in 1823 hoogleeraar in de regten te Groningen. Ook was hij in de jaren 1847—1848 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en overleed den 28sten November 1862.

Gedurende 20 jaren was hij grootmeester der loge: „l’Union Provinciale” te Groningen, terwijl hij zich benoemd zag tot lid van onderscheidene geleerde genootschappen en tot ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Van zijne geschriften vermelden wij: „Handleiding bij de académische voorlezingen over het hedendaagsch regt (1827, 2 stukken; 2de druk, 1831)”, — „Academische voorlezingen over het Nederlandsch Burgerlijk Regt (1849; 2de druk, 1854)”, — en „Van het huwelijk en de regtsbetrekkingen, die door en ten gevolge van het huwelijk tusschen de echtgenooten geboren worden (1854)”.

< >