Onder dezen naam vermelden wij:
Eugen Napoleon Neureuther, een verdienstelijk schilder, teekenaar en graveur. Hij werd geboren te Bamberg den 13den Januarij 1806, bezocht de schilderacadémie te München en vertoefde vervolgens te Parijs en te Rome. In 1848 zag hy zich belast met het bestuur der Koninklijke porseleinfabriek Nymphenburg, bleef aldaar tot 1856 en werd er in 1868 hoogleeraar aan de Koninklijke school voor kunst en nijverheid. Hij verwierf grooten roem door zijne „Randzeichnungen zu Goethe’s Balladen und Romanzen (1829—1840)”, — voorts door „Souvenir du 27, 28, 29 Juillet 1830 (1831)”, — en door „Bayerische Gebirgslieder mit Bildern (1831—1834)”. Hij graveerde „Dornröschen” naar het sprookje van Grimm, schilderde in het Koninklijk kasteel tafereelen uit den „Oberon” van Wieland, en leverde 70 platen voor eene prachtuitgave van den „Cid” van dierder. Voorts illustreerde hij vele andere gedichten, en van zijne schilderstukken, te München aanwezig, noemen wij: „De droom van Porcia”, — „De stervende non”, — „De villa Mils”. — „De villa Malta”, — en een tafereel uit „Hermann und Dorothea”.
Gottfried Neureuther, een uitstekend architect en een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren te Manheim in 1811 en zag zich benoemd in 1840 tot „Bauconducteur” te Nürnberg en in 1857 tot „Baurath” by het ministérie en tevens tot hoogleeraar aan de polytechnische school te München. In 1868 werd hij gewoon hoogleeraar aan de nieuw-ingerigte technische hoogeschool aldaar. Hij heeft zich vooral toegelegd op den Italiaanschen renaissancestijl. Zijne gebouwen onderscheiden zich door keurige vormen en door groote geriefelijkheid, maar missen den monumentalen indruk. Hij ontwierp het oude spoorwegstation te Würzburg, de stations te Schweinfurt en te Aschaffenburg, het gebouw voor de spoorwegadministratie te Ludwigshafen, de polytechnische school te München enz. Hij is lid van de Académiën van schoone kunsten te München, Berlijn en Weenen.
