Matthias Nethemis, een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde, geboren te Suchtele in het land van Gulik den 27sten Oetober 1618, studeerde te Harderwijk, Deventer en Utrecht, werd proponent en meester in de vrije kunsten en aanvaardde in 1646 de betrekking van predikant te Cleef en in 1654 die van hoogleeraar te Utrecht. Hij mengde zich in de kerkelijke twisten van die dagen en ging zich in een geschrift tegen Maresius zoozeer te buiten in scheldwoorden, dat hij in 1662 ontslagen werd. In 1669 ontving hij een beroep als predikant en hoogleeraar naar Herborn en bleef er werkzaam tot aan zijn dood, den 9den October 1686.
Hij was een man van een hardnekkig en onverdraagzaam karakter, die stijf en sterk staande hield, dat Adam niet zalig was geworden. Van zijne talrijke geschriften vermelden wij: „Dissertatio de transsubstantiatione”, — „Dissertationes de conditionata seu media in Dei scientia”, — „De gratia Dei”, — „In Epistolas ad Timotheum (1655)”, — „Tractatus de interpretatione Sacrae Scripturae (1675)”, — en „Samuelis Rhetorforti examen Arminianismi (1668)”.
