Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nassau

betekenis & definitie

Nassau is de naam van een voormalig Duitsch hertogdom, hetwelk ten gevolge van den oorlog van 1866 aan Pruissen is toegevoegd en thans (met de arrondissementen Frankfort aan de Main en Hinterland of Biedenkopf) het district Wiesbaden der provincie Hessen-Nassau vormt.

Het voormalige hertogdom telde op 85½ geogr. mijl bijna ½ millioen inwoners. De hertogen van Nassau stammen af van de graven van Lauenburg. Walram I (+ 1020) had 2 zonen, Walram II en Otto, de stichters der lijnen Nassau (sedert 1160 alzoo genoemd) en Nassau-Gelder (in 1423 is de mannelijke lijn uitgestorven). In 1255 werden de erflanden van Nassau verdeeld tusschen de zonen van graaf Hendrik II de Rijke, namelijk Walram IV, stichter der Walramsche lijn, die zich daarna in verschillende takken verdeelde en tot 1366 in Nassau regeerde, en Otto, stichter der Ottonische lijn, die vervolgens in de Nederlanden aan het bewind kwam. Wegens zijne toetreding tot den Rijnbond (1806) verkreeg het toenmalig hoofd der Walramschen lijn, prins Frederik August van Nassau-Usingen tegelijk met de souvereiniteit den hertogelijken titel, benevens eene gebiedsvergrooting van 31 geogr. mijl met 84500 inwoners. Door ruiling met Pruissen verkregen deze Hertog en de prins van NassauWeUburg in 1815 bijna alle bezittingen der Ottonische lijn, en na het uitsterven der lijn Nassau-Usingen (1816) vervielen al de goederen der Walramsche lijn aan Nassau-Weilburg. Prins Willem, thans regent en hertog van Nassau geworden, kwam in 1818 met de Standen in botsing over de domeinen, welke hij als eigendommen van het Hertogelijk Huis beschouwde, en overleed den 20sten Augustus 1839. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Adolf, die na de volksbeweging van 1848 eene nieuwe kieswet met ééne Kamer en het algemeen stemregt invoerde.

In 1849 werden door eene schikking van den Landdag met den Hertog de domeinen het eigendom van den Staat verklaard. In 1850 rukte het hertogdom zich los van de Pruissische éénheidsontwerpen en koos de zijde van Oostenrijk, en in November 1851 werd eene nieuwe kieswet afgekondigd, het Huis der Heeren hersteld en tot eene afschaffing of herziening besloten der in 1848 ingevoerde wetten en instellingen. Wegens een geschil der regéring met den Bisschop van Limburg naderde de regéring in 1856 tot de liberale minderheid van den Landdag, en bij de nieuwe verkiezingen in 1864 verkregen de Liberalen in de beide Kamers de meerderheid. Om die reden kwam de regèring tot eene schikking met den Bisschop, koos de zijde der Clericalen en ontbond de Kamers. Toch verkregen de Liberalen bij de verkiezingen wederom de meerderheid, zoodat zij in 1865 nogmaals werden ontbonden.

Doch ook nu verwierf de partij der regèring en der geestelijkheid slechts 3 stemmen van de 33. Den 11den Mei 1866 werden de troepen ter gunste van Oostenrijk in het veld gebragt, doch de aangevraagde sommen voor den oorlog door de vrijzinnige meerderheid van de hand gewezen. De Landdag werd den 7den Julij ontbonden, en de Nassausche brigade manouvreerde in de Wetterau. Reeds den 15den van die maand nam de Hertog de vlugt, en 3 dagen later werd Wiesbaden door Pruissische troepen bezet, waarna de inlijving van Nassau op den 8sten October daaraanvolgende plaats had.

De jongere, of Ottonische lijn van Nassau treedt eerst in het midden der 16de eeuw op den voorgrond. Willem I erfde in 1544 van zijn neef Réné (Renatus) het vorstendom Oranje en noemde zich prins van Oranje. Hij werd in 1572 door de Nederlanders, die in verzet kwamen tegen de Spaansche dwinglandij, tot kapitein-generaal en tot stadhouder gekozen en werd vermoord in 1584. Omtrent zijne opvolgers in de stadhouderlijke waardigheid raadplege men het artikel Nederland. Zijn broeder Johan (+ 1606) en zijne zonen zijn de stichters van de lijn Nassau-Siegen (uitgestorven in 1743), Nassau-Dillenburg (uitgestorven in 1749), Nassau-Radamar (uitgestorven in 1811) en NassauDietz.

Tot deze laatste lijn behoorden de stadhouders van Friesland en Groningen. Een telg van deze lijn was Willem IV, die in 1748 erfstadhouder werd en in 1751 overleed. Zijn zoon Willem V nam in 1795 bij de komst der Franschen de wijk naar Engeland, maar werd voor het verlies zijner waardigheden en bezittingen schadeloos gesteld door het vorstendom Fulda: hij overleed in 1806. Zijn zoon werd als Willem I koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg.

Van de leden van het geslacht Nassau vermeldden wij elders, Jan, Lodewijk, Lodewijk Gunther, Johan, Johan Maurits enz. (zie onder deze namen).