Münster, de hoofdstad van een evenzoo genoemd Pruissisch regéringsdistrict in de provincie Westfalen en te voren de hoofdstad van het bisdom Münster, ligt aan de Aa en men vindt er het station van den Westfaalschen staatsspoorweg, van den spoorweg Venlo—Hamburg, en van den spoorweg, die over Gronau naar Enschede loopt. Zij is eene der fraaiste steden van Westfalen; men vindt er 3 pleinen, breede en regte straten en schoone gebouwen, die langs de markt met bogengangen voorzien zijn.
Van de 14 kerken, bijna allen aan het R. Katholieke kerkgenootschap behoorend, noemen wij: den Dom (uit de 12de of 14de eeuw) met merkwaardige schilderijen en beeldhouwwerken, — de Lieve Vrouwenkerk, omstreeks 1340 verrezen, in prachtigen spitsboogstijl en met een sierlijken toren, — de Lambertikerk (uit de 14de eeuw) met 3 ijzeren kooijen, waarin weleer de aanvoerders der Wederdoopers na hunne teregtstelling zijn opgehangen, — de Ludgeri-kerk (van 1170, maar in 1330 vernieuwd) met fraaije beschilderde glazen en kostelijke altaren,— de H. Mauritiuskerk (uit de 12de eeuw, doch in 1859 hersteld) met 3 torens in Romaanschen stijl, — de Ignatiuskerk, in 1857—1858 gebouwd, — en de moderne Aegidiuskerk met fraaije muurschilderijen. Andere merkwaardige gebouwen zijn: het stadhuis, in spitsboogstijl, in welks rijk versierde zaal den 24sten October 1648 de Vrede van Münster gesloten werd, — het slot (in 1767 gebouwd en te voren het bisschoppelijk paleis) met een park en een botanischen tuin, — de moderne stadskelder met kostbare schilderijen, — het gebouw der Provinciale staten, — en het Erfdrosten- en het Romberger Hof. De voormalige wallen zijn in wandelplaatsen herschapen. Münster is de zetel van het provinciaal bestuur van Westfalen, van een consistorie, van een bisschop, enz. Men vindt er een Genootschap voor de geschied- en oudheidkunde van Westfalen, een Provinciaal Genootschap voor kunst en wetenschap, eene landbouw- en eene kunstenaarsvereeniging.
Van de universiteit, na den Zevenjarigen Oorlog gesticht en in den aanvang der 19de eeuw opgeheven, bestaat nog eene académie met eene R. Katholiek-godgeleerde en eene philosophische faculteit (30 hoogleeraren en 409 studenten in 1876), een letter- en wiskundig seminarium, eene bibliotheek, een wis- en natuurkundig kabinet, een muséum voor natuurlijke historie, een botanischen en zoölogischen tuin en een chemisch laboratorium. Voorts heeft men er een gymnasium, een seminarium voor geestelijken, een van R. Katholieke onderwijzeressen, eene reaalschool, eene school voor Israëlietische onderwijzers, eene hoogere burgerschool voor meisjes en onderscheidene instellingen van weldadigheid, — wijders kloosters der Barmhartige Zusters, der Franciscaner nonnen, der Voorzienige Zusters, der Congregatie van Onze Lieve Vrouw en der Zusters van den Goeden Herder. — De stad telde in 1875 met de bezetting 35.535 inwoners. Er zijn laken-, katoen-, wol-, zijde-, azijn-, likeur-, zeep-, kaarsen-, stijfsel-, loodwit- en wagenfabrieken, looierijen enz. Er is handel in graan, linnen en wollen stoffen, garen, vee, hammen enz. Ook zijn er banken, verzekeringsmaatschappijen enz.
Men vindt Münster het eerst vermeld in 791, toen Karel de Groote die plaats als zetel aanwees aan bisschop Ludger. Zij werd toen Nimigardevord geheeten. In de 11de eeuw ontstonden er eene kerk en een klooster (monasterium), en dit laatste gaf aanleiding tot den naam Münster. Tegen het einde van de 13de eeuw werd de stad lid der Hansa. In 1532 helden er al de inwoners, met uitzondering van het domkapittel, over tot de Hervorming, en in 1535 was zij het tooneel van de woelingen der Wederdoopers. Nadat Münster na dapperen tegenstand den 24sten Junij 1535 door den Bisschop veroverd was, werd er het Protestantismus onderdrukt.
In den Dertigjarigen Oorlog had de stad veel te lijden van de Protestantsche legers. Gelijk wij reeds zeiden, werd er in 1648 de Westfaalsche Vrede gesloten. Schoon Münster niet tot de Rijkssteden behoorde, had het belangrijke voorregten verworven, en de bisschoppen bezaten er zeer beperkte souvereiniteitsregten, totdat bisschop Bernhard van Galen in 1661 de stad, die hare poorten voor hem gesloten had, gewapenderhand veroverde, er eene citadèl deed verrijzen en de burgers van hunne voorregten beroofde. Toch hielden de bisschoppen zelden hun verblijf te Münster. In den Zevenjarigen Oorlog werd de stad zoowel door de Franschen als door de Verbondene Mogendheden ingenomen en had veel van hen te lijden. — Het district Münster is in 11 arrondissementen verdeeld en telt op 131,64 geogr mijl ruim 443.000 inwoners (1875).
Eene andere stad van dien naam is Münster in het Gregoriëndal, in het Duitsche rijksland Elzas-Lotharingen, in het fraaije Münsterdal, aan de rivier de Fecht en aan den spoorweg. Men heeft er eene groote katoenspinnerij en ruim 5000 inwoners (1875). — Het Münsterdal, waar de Fecht doorheenstroomt, is zeer bevallig en merkwaardig. Het heeft steile rotswanden en diepe kloven; op de zuidelijke hellingen vindt men wijngaarden, en van het vee der uitgestrekte bergweiden aldaar komt de vermaarde Münsterkaas.