Mozaïek of musiefwerk is eene soort van teeken- of schilderkunst door middel van het zamenvoegen van gekleurde steenen, glas, marmer of hout. Deze kunst, vermoedelijk in het Oosten geboren, is door de Grieken ontwikkeld en door hen overgebragt naar Rome. Hier vervaardigde men vloeren van kleine blokjes gekleurden steen, waardoor eene teekening werd gevormd. In den beginne bootste men daardoor de weggeworpen overblijfselen van het maal na, doch allengs vervaardigde men fraaije voorstellingen.
Zulke mozaïeken heeft men te Pompeji opgedolven, en het vermaardste van deze, een veldslag van Alexander, bestaat uit honderdduizende stukjes glas. Na de groote volksverhuizing diende het mozaïek bij de Byzantijnen en in Italië voornamelijk tot het versieren van kerken, doch al spoedig werd het door de frescoschilderkunst verdrongen, zoodat de ingelegde voorwerpen van lateren tijd doorgaans van geringen omvang zijn. Toch deed paus Clemens VIII in het begin der 18de eeuw het inwendige van den koepel der St. Pieterskerk nog met mozaïekwerk versieren. Giambattista Calandra en zijne navolgers leverden in mozaïek copieën van schilderijen der beroemdste meesters, en daar het mozaïek zeer duurzaam is, heeft de kunst daaraan veel te danken. Groote verpligting heeft zij inzonderheid aan de school voor mozaïekwerken, in het begin der 18de eeuw door Paolo Christophorio te Rome gesticht. Te Weenen heeft men in mozaïek eene copie van het beroemde „Avondmaal” van Leonardo da Vinci.
Men onderscheidt 2 soorten van mozaïek, namelijk de Romeinsche en Florentijnsche. Voor de eerste gebruikt men gekleurde steenen en stukken glas, waarmede men elke kleurschakéring nabootsen en eene verbazende verscheidenheid van tinten verkrijgen kan, en voor de tweede alleen natuurlijk gekleurde steenen. De eerste soort is meer voor navolging van schilderijen, de tweede meer voor tafelbladen geschikt. De bewerking van beide soorten is eenvoudig, namelijk op een platten steenen grond legt men eene laag cement en daarin de verschillende stukken steen, marmer of glas. Is de cement hard geworden, dan polijst men het mozaïek. Beschadigde mozaïeken herstelt men door afslijpen, en men kan ze vermenigvuldigen door ze door te zagen. — Mozaïek in hout wordt in Italië tarsia en in Frankrijk marqueterie genaamd, en de voornaamste architecten der renaissance hebben daarvan wel eens gebruik gemaakt.