Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Monk

betekenis & definitie

Monk (George), hertog van Albemarle, een vermaard Engelsch veldheer en staatsman, geboren den 5den December 1608 te Potheridge in Devonshire, trad in 1625 in dienst, was bij het uitbarsten van den burgeroorlog luitenant-kolonel, streed onder Ormond in Ierland, kwam echter in 1644 in krijgsgevangenschap en werd op last van het Parlement in den Tower opgesloten. Eerst in 1646 herkreeg hij zijne vrijheid onder voorwaarde, dat hij den Covenant bezwoer. Daarna ontving hij het opperbevel over de Parlementstroepen in Ierland, ontzette Londonderry, hetwelk door de Koningsgezinden belegerd werd, en ontrukte hun onderscheidene andere plaatsen, maar knoopte tevens met den koninklijken bevelhebber onderhandelingen aan. De door hem getroffene overeenkomst werd echter niet goedgekeurd door het Parlement.

Na de teregtstelling van Karel I werd Monk door Cromwell benoemd tot luitenant-generaal der artillerie; hij vergezelde laatstgenoemde naar Schotland, waar hij zich vooral bij Dunbar onderscheidde en daarna het kasteel Stirling aan de Dundee veroverde. In 1653 ontving hij het bevel over eene divisie onder admiraal Blake in den oorlog ter zee tegen Nederland, bragt den 24sten Augustus op de hoogte van Nieuwpoort admiraal Tromp eene nederlaag toe en leverde den 8sten een tweeden slag op de hoogte van Katwijk, waarbij Tromp sneuvelde, maar de overwinning twijfelachtig bleef. Cromwell overhandigde hem toen eene gouden keten en belastte hem in 1654 met het opperbevel in Schotland. Na den dood van Cromwell behoorde hij tot de aanhangers van diens zoon en daarna tot de verdedigers van het Rompparlement. Eerst toen generaal Lambert oprukte naar de Scbotsche grenzen, trad Monk op als een verdediger van de openbare orde, zorgde dat Lambert op last van het Parlement in hechtenis genomen werd, overschreed den 1sten Januarij 1660 met 6000 man de grenzen van Engeland, vereenigde zich te York met Fairfax, die een korps bijeengebragt had ten behoeve van Karel II, en trok den 3den Februarij zonder slag of stoot binnen Londen.

Nu eerst wierp hij tegenover het Parlement het masker der gehoorzaamheid af, daar hij de Presbyteriaansche Parlementsgedeputeerden, die in 1648 verdreven waren, in hunne waardigheid herstelde. Vervolgens liet hij Karel II den 8sten Mei te Londen als koning uitroepen, waarna deze hem benoemde tot lid van den geheimen raad, tot groot-stalmeester en kamerheer, tot eersten commissaris van de schatkist, tot hertog van Albemarle en tot gouverneur der graafschappen Devon en Middlesex. Monk nam intusschen weinig deel aan de openbare aangelegenheden en beijverde zich slechts de Restauratie met het zwaard te beschermen. In 1666 voerde hij onder den hertog van York het bevel over eene tegen de Nederlanders uitgezondene vloot, werd in Junij in den Vierdaagschen Zeeslag op de hoogte van Duinkerken door den admiraal de Ruyter geslagen, maar behaalde nog in diezelfde maand op dezen eene bloedige overwinning bij North-Foreland. Hij overleed den 3den Januarij 1670.

< >